Ben je verplicht jouw ouders te bezoeken?

Geschreven door Dayan mr. drs. R. Evers

In China is de regering bezig een wet te ontwerpen, die kinderen wil verplichten regelmatig hun ouders te bezoeken. In China worden de familiebanden serieus aangepakt omdat er 167 miljoen mensen van zestig jaar of ouder wonen.
Als de wet aangenomen wordt kunnen ouders hun kinderen aanklagen als die niet genoeg langskomen. Hoe vaak de kinderen moeten langskomen bij hun bejaarde ouders staat niet duidelijk aangegeven. De veranderende maatschappij zorgt er voor dat ook de jongelui in China erg druk bezig zijn met hun werk en geen tijd meer hebben voor Opa en Oma. Veel ouderen worden daardoor eenzaam.

Vroeger was het normaal in China om je ouders te eren. Maar door de verzwaarde werkdruk en grotere afstanden tussen werk en ouderlijke woning, is daar nog maar weinig gelegenheid voor. Daarom geeft de Chinese regering haar oudere inwoners een instrument in handen om bezoek van kinderen af te dwingen via de rechter. Saillant detail hierbij is dat ouders in China volgens de wet maar een kind mogen krijgen. Eenmaal bejaard, mag hun enigskind hen dan helemaal alleen verzorgen.

Wat zegt het Jodendom over het eren van ouders?
Het vijfde van de Tien Geboden stelt het eren van de ouders verplicht. Is China bezig de Tien Geboden opnieuw uit te vinden? Wat betekent dit Bijbelse `Eer uw vader en uw moeder?’
Eerbied voor ouders lijkt een moeilijk, ouderwets en in wezen nauwelijks bespreekbaar onderwerp. Moeilijk omdat het een emotioneel onderwerp is, ouderwets omdat onze maatschappij voornamelijk gericht is op jeugd, kracht en toekomst en nauwelijks bespreekbaar omdat de wereld om ons heen in een vacuüm rond zin, betekenis en waarden leeft.

Eerbied voor ouders is bij uitstek een normatief begrip, dat door de normenvrije wetenschapsbeoefening noodzakelijkerwijs verwaarloosd werd en langzaam in de vergetelheid raakte. De voortschrijdende rationalisering van het leven laat weinig ruimte voor aandacht voor de oudere generatie: onze economiegeconcentreerde, prestatiegerichte opvoeding laat weinig heel van de praktische beleving van dit vijfde gebod dat non-productief lijkt en niet in termen van het Bruto Nationaal Product kan worden uitgedrukt.

Fundament van de religie
Toch raakt eerbied voor ouders de fundamenten van onze religie. Het confronteert ons met de boodschap van het verleden, de zin van onze traditie voor de toekomst. Veel van de educatieve problemen, waarvoor vele jonge ouders zich tegenwoordig gesteld zien, wortelen in een onjuiste interpretatie van dit gebod.

De wederzijdse verantwoordelijkheid tussen ouders en kinderen – samengevat in de hechte familieband – heeft altijd centraal gestaan in de Joodse ethiek. Het feit dat dit opgenomen staat in de Tien Geboden getuigt van het eminente belang hiervan.

Strategische positie
De strategische positie binnen de Tien Geboden is opmerkelijk. Het vijfde gebod vormt de overgang tussen de eerste vier geboden, die de relatie tussen God en mens regelen en de laatste vijf geboden, die de intermenselijke relaties beheersen. De traditie leert ons, dat de eerste vijf geboden en de laatste vijf op aparte Tafelen beschreven stonden. Daarmee gaven de Wijzen aan, dat de Tien geboden twee verschillende systemen bevatten. Eerbied voor ouders werd opgenomen in de eerste categorie. Dit is op het eerste gezicht onbegrijpelijk. Eerbied voor ouders regelt bij uitstek een relatie tussen mensen. Eerbied voor ouders overbrugt de generatiekloof, een aangelegenheid, die weinig verband houdt met de invulling van de relatie tot God.

Dankbaarheid de wetsgrond?
Wat vormt de achtergrond van het gebod van Eerbied voor ouders? Heeft G’d dit alleen voorgeschreven aan de kinderen om hen hiermee te wijzen op de dankbaarheid, die zij hun ouders verschuldigd zijn voor de moeite, die zij zich getroosten om hen op de wereld te zetten en groot te brengen, te kleden en te voeden tot het moment waarop zij hun vleugels kunnen uitslaan?

Dankbaarheid is inderdaad een eigenschap, die hogelijk gewaardeerd wordt. Steun voor deze interpretatie van het gebod van Eerbied voor ouders is te vinden binnen de joodse traditie. De Midrasj benadert Eerbied voor ouders in deze zin en schetst het beeld van een kind, dat zijn vader beledigt. De Midrasj vervolgt met een terechtwijzing: ‘Besef je wel wie je beledigt? Je vernedert je vader! Hoeveel heeft hij niet aan je gewerkt, hoeveel moeite heeft hij niet in je geïnvesteerd?’.

Hoezeer deze uitleg ouders, die nachtenlang opzitten om hun zieke kinderen te verzorgen, moge aanspreken, niettemin vult deze uitleg slechgts één aspect van het gebod van Eerbied voor ouders in. Het kind zou kunnen tegenwerpen, dat hijzelf nooit om het leven gevraagd heeft.

Tegenargumenten
Rabbenoe Bachja ibn Pakoeda (11e eeuw) werpt nog meer tegenargumenten op: ‘de mate van dankbaarheid, die wij onze weldoeners verschuldigd zijn, is rechtstreeks afhankelijk van de intentie om ons te helpen…als ons iets goeds overkomt zonder dat de weldoener ons beoogt te bevoordelen, zijn wij hem geen dank verschuldigd’.

Rabbenoe Bachja vervolgt met de stelling dat de motieven van de ouders bij het voortbrengen van nageslacht egoïstisch en egocentrisch kunnen zijn. Zelfs de bescherming en opvoeding die de ouders hun kinderen bieden ziet hij slechts als een uiting van een aangeboren ouderinstinct, waarbij dankbaarheid nu niet direct op zijn plaats is. Niemand heeft om het leven gevraagd en leven – als het eenmaal is geschonken – is een twijfelachtige gunst.

Relatieversterkend
Maar waarop is eerbied voor ouders dan wel gebaseerd? Werd dit gebod gegeven als stabilisator voor de relaties binnen het gezin? Dient het wellicht uiteindelijk om de stabiliteit van de maatschappij te bevorderen omdat wij ervan uitgaan, dat het gezin of de familie de bouwstenen vormen van een evenwichtige maatschappij?

Deze visie op eerbied voor ouders sluit inderdaad aan op de uitleg van onze middeleeuwse commentatoren en lijkt zelfs direct aangeduid te worden in het vers: ‘Eer uw vader en uw moeder opdat U lang zult wonen in het land Israël…’

Maimonides (1135-1204, Egypte) lijkt deze denktrant te volgen in zijn rubricering van de geboden. ‘Sommige geboden – zo stelt hij in zijn commentaar op de Misjna – zijn gericht op het bestendigen van de band tussen mens en medemens, zoals de verboden tegen diefstal, bedrog, haat, wraak, het gebod de naaste lief te hebben en het eren van de ouders’.
Uit zijn woorden klinkt het maatschappelijk belang van een hechte band tussen ouders en kinderen. In zijn ‘Gids voor de verdoolden’ zegt hij dit ook expliciet: ‘Hij die zijn vader of moeder slaat, ondermijnt de familiesamenhang, het fundament van de staat’. Staatsmacht staat en valt met onderwerping aan autoriteit en het eerste leren aanvaarden van autoriteit vindt plaats binnen het gezin.

Maar ook deze interpretatie belicht slechts één kant van de medaille. Want een oude traditie uit de Talmoed luidt: ‘Dit zijn de zaken, waarvan de mens de vruchten geniet in deze wereld, maar waarvan de hoofdsom blijft staan voor de Toekomstige Wereld, en wel: ‘Eerbied voor vader en moeder, het verlenen van allerlei menslievende diensten…’.

Als het sociale motief de rechtsgrond vormt voor Eerbied voor ouders is onbegrijpelijk waarom hiervoor een beloning – en nog wel de essentie van de beloning – in de Toekomstige Wereld in het vooruitzicht wordt gesteld. Als dit gebod voornamelijk in acht genomen moet worden met het oog op de maatschappelijke voordelen ervan, zouden de aardse, hier en nu vruchten voldoende moeten zijn.

Behoud van de traditie
Een volledig beeld van de implicaties van Eerbied voor ouders krijgt men pas na raadpleging van de opvattingen van andere commentatoren, zoals Rabbi Levi Ben Gersjom, die zich over deze problematiek hebben gebogen. Deze aanvulling kan men ook vinden in de interpretaties van de veertiende-eeuwse Rabbijn Jitschak Abarbanel.

Beide focussen hun interpretatie van Eerbied voor ouders op het behoud van het traditionele jodendom. Eerbied voor ouders wordt zo meer een middel dan een doel. Rabbi Levi Ben Gersjom zegt letterlijk, dat ‘respect voor de ouders ons ervan verzekert, dat de opeenvolgende generaties de lessen van hun voorouders zullen overnemen en zo de Tora in ere zullen houden’.

Gezagsverhogend
Abarbanel geeft het verband aan tussen de ouderlijke autoriteit en de aanhankelijkheid aan de traditie: ‘Eerbied voor ouders is bedoeld om het aanzien van de Joodse traditie, die de ouders zich hebben eigengemaakt, te verhogen zodat de kinderen erin zullen geloven en erop zullen vertrouwen. En daarom bevindt Eerbied voor ouders zich binnen het kader van de eerste vijf geboden, die de relatie tussen mens en G’d regelen’.

Respect voor de ouders, de primaire overdragers van het geloof, versterkt het respect voor de traditie, die zij uitdragen. Uiteindelijk wekt het een sfeer van gehechtheid aan de autoriteit van de traditie op. Eerbied voor ouders vormt de bron voor generalisatie van een houding, die nodig is voor het behoud van de traditie.

De vijftiende eeuwse filosoof Rabbi Josef Albo voegt hier verder aan toe, dat deze grondhouding noodzakelijk is voor het in stand houden van alle traditionele religies. Het is een universele waarheid: een cultuur moet worden overgedragen en dit is alleen mogelijk indien respect en eerbied een brug slaat tussen de generaties.

Het is een delen van waarden, het samen beleven van een ‘Weltanschauung’, die de jongere generatie niet uit zichzelf kan genereren. De samenloop in onze moderne maatschappij van het verwerpen van de ouderlijke autoriteit en het ontstaan van allerlei nieuwe cultuurvormen is zeker niet toevallig.

©Dayan mr. drs. R. Evers