De leeuwen in de stad

Geschreven door Avi Cohen Stuart. Inleiding Devorah

Twee jaar geleden heeft de Israelische Premier Binyomin Netanyahu Iran met Amaleq vergeleken.

Met het oog op komende Poeriem dit weekend en Parasja Zachor, leek ons gepast het metaforisch verhaaltje van ‘De leeuwen in de stad’ op FAQ-online te plaatsen.

Lees en kijk/luister ook naar: Het onstaan van Amaleq [ENG]

Een leeuw vond het tijd dat zijn zonen de wereld gingen verkennen. Hij prentte ze in: “Jongens, je mag nooit vergeten: jullie zijn LEEUWEN, de koningen van het dierenrijk en iedereen is bang voor jullie. Je mag alles eten: van de niet-zo malse gazelles tot de schapen in de wei. Alles is voor jou om te eten. Echter het allerbeste vlees is mensenvlees, er smaakt niets beter! Ga op pad, de safari door. Dan kom je bij het bos, na het bos komen de landerijenen en de dorpen, en verder op aan het einde is de Grote Stad. Proef en eet van alles wat je ziet maar vergeet nooit: Jullie zijn LEEUWEN en iedereen is bang voor jullie en jullie zijn voor niemand bang! ”

Zo gezegd zo gedaan… de jonge leeuwen gingen op pad: de safari door al etend wat gazelles en ander wild, richting het bos. In het bos, jaagden ze op herten en ander lekker vlees. Langzamerhand, na een paar dagen kwamen ze uit op de landerijen waar de slome en malsere schapen, kalveren en malse kippetjes die met 1 slag met hun linkervoorpoot al geen boe of ba konden zeggen. Na wat mensen afgeschrikt te hebben, kwamen ze na een lange tocht eindelijk bij de Grote Stad: daar waren de mensen voor het oprapen. Het zou een groot vreetfestijn worden aangezien de meeste mensen al stijf van schrik stilstaan als een muis of een rat zien, laat staan een leeuw!

De jonge leeuwen konden hun lol niet op toen ze ineens stijf van de schrik aangekomen waren in het centrum van de stad waar de mensen niet eens wegkonden vluchten want iedereen was daar aanwezig… De jonge leeuwen zagen iets en met de staart tussen hun poten vluchtten ze de stad uit, de dorpen door, de landerijen in en via het bos terug de safari in zonder nog iets verder te eten. Binnen een paar uur(!) waren ze weer terug bij hun vader die verbaasd was ze zo snel al weer terug te zien.

“Wat doen jullie hier? Zijn jullie nu al terug? Waar zijn jullie geweest?” De leeuwen deden hun verhaal:

“We zijn door de safari getrokken en lekker van de gazelles gesmuld en we hadden zelfs een zebra te pakken, vervolgens zijn we het bos in geweest en lekker een paar dagen op de herten gejaagd, heerlijk vlees! Alle beesten waren vol ontzag. Na een week zijn we aan de rand van het bos gekomen, moe maar voldaan. We zijn vervolgens de landerijen ingetrokken, een schapekooi ingegaan, wat een slome beesten! Met 1 poot in de neus achter elkaar een hele kudde opgevroten. Als toetje wat kippen uit de schuur genomen. Echt lachen, die stomme beesten kunnen niet eens vliegen! De boer was overigens wat pezig maar de boerin lekker vettig!

Toen zijn we het dorp door getrokken en inderdaad, iedereen was doodsbang en het werd wat lastiger om wat mensenvlees te pakken. We zijn de stad ingegaan: wat een paniek en een geschreeuw toen we de stad binnentrokken naar de winkelstraat. En toen zagen we het… en we zijn meteeen teruggekomen.”

De vader vroeg: “Wat zagen jullie dan?! Je was bij de hoofdprijs aangekomen: de winkelstraat!”
De leeuwen antwoordden: ” We zagen een enorme poster met een man erop en een leeuw. Hij had de leeuw vast bij de kaken en scheurde hem open… Toen zijn we ons rotgeschokken en meteen teruggerend… Dit had je ons niet verteld dat er leeuwendoders in de stad zijn!”

De vader slaakte een diepe zucht. “Stelletje domkoppen! Kijk, ik heb het jullie gezegd: jullie zijn leeuwen en voor niemand hoef je bang te zijn. In de geschiedenis van de mensheid is er eentje geweest 3000 jaar geleden met de naam Shimshon die met zijn blote handen een leeuw gedood heeft. Daar maken ze een films van, schrijven ze boeken over… het was er maar eentje en de rest is nog steeds doodsbang voor leeuwen!”

Aan dit verhaal moet ik altijd denken wanneer is zo’n foto zie van die ene Jood die dan bij Achmadi [zie rechts] op bezoek komt. Het is een zeer kleine minderheid die op deze schandalige manier heult met de vijand.