Dossier Auschwitz

[Samengesteld door Kena]

Rabbi Tarfon:

De Joden zijn als een stapel walnoten.
Wanneer 1 walnoot verwijderd wordt, is ieder noot op de stapel uit zijn evenwicht.
Zo is het ook met een enkele Jood die in nood verkeert, elke andere Jood is dan uit zijn evenwicht.

Midrasj Sjir Hasjirim Rabba 6:11

Auschwitz
In de late zomer van 1941 maakt Himmler van Auschwitz (Oswiecim) het centrale uitroeiings- en concentratiekamp van het Derde Rijk. Joden, zigeuners en Sovjetrussische krijgsgevangenen worden hier systematisch vermoord. Het oorspronkelijke kamp, in 1940 voor politieke gevangenen uit Polen opgericht, wordt verder uitgebouwd. Bovendien worden in Birkenau en Monowitz nog twee andere kampen gebouwd. De bouwwerken alleen al kosten het leven aan 8.000 gevangenen. In het voorjaar van 1942 beginnen in Birkenau de selecties voor de gaskamers. Gelijktijdig bereidt men de bouw van nieuwe en grotere dodingsinstallaties voor. In de eerste helft van 1943 zijn ze klaar. De massamoord wordt geïndustrialiseerd. Vier grote installaties die met de modernste technieken zijn uitgerust, gaskamers en crematoria van nog nooit geziene afmetingen, elektrische liften voor het lijkentransport en het gebruik van cyclon B maken van Auschwitz-Birkenau een enorme fabriek van de dood.

In 1944 wordt een spoorwegverbinding tot in het kamp aangelegd, net als bij een industriële installatie. De goederentreinen voeren de mensen met duizenden aan en transporteren hun bezittingen, die eerst worden gesorteerd door een grote groep van 700 gevangenen, naar Duitsland. Het baar geld gaat naar de rijksbank, de winterhulporganisatie krijgt de kleding en de schoenen. Zelfs de haren, het goud uit de tanden en de as van de beenderen worden opnieuw gebruikt.

Ouderen, gehandicapten, mensen die een bril dragen en moeders met kinderen worden onmiddellijk na hun aankomst vergast. Gezonde, sterke jonge mannen en vrouwen die door de SS-arts tot dwangarbeid worden aangeduid, worden het kamp binnengeleid. In augustus 1944 worden in de drie hoofdkampen en in de 40 bijkampen 185 000 gevangen vastgehouden. Plannen voor de bouw van bijkomende uitroeiingsinstallaties en een vergroting van het kamp Birkenau tot meer dan het dubbele kunnen niet meer worden gerealiseerd.

De selectie op het laadperron hangt niet alleen af van de fysieke toestand van de gedeporteerden, maar ook van de capaciteit van het kamp en de behoefte aan arbeidskrachten op het moment van aankomst van het transport. In de zomermaanden, wanneer er buiten moet worden gewerkt, laat men procentueel gezien wat meer mensen in leven, in de winter is dit aantal beduidend kleiner. In elk geval wordt de meerderheid van diegenen die juist zijn aangekomen onmiddellijk gedood. Maar zelfs van de 400.000 gevangenen die in de registratielijsten van het kamp zijn opgenomen, leven er aan het einde van de oorlog nog slechts 60.000. Op deze plaats alleen al wordt het totale aantal slachtoffers geschat op 1,5 miljoen. Met Auschwitz heeft het NS-regime zelf voor een gepast moment gezorgd.

“Het transport van Stettin naar Auschwitz duurde drie dagen en drie nachten. We werden in beestenwagens getransporteerd. We zaten met ongeveer 45 personen (mannen, vrouwen en kinderen) in een gesloten wagon. Tijdens die drie dagen en drie nachten hebben we niets te eten of te drinken gekregen.”

Kai Feinberg, gedeporteerde uit Noorwegen

“Toen men onze wagon eindelijk openmaakte, werden we er door de SS en gevangenen in gestreepte kledij brutaal en met stokslagen uitgejaagd en naar het einde van het perron gedreven. Mannen werden van hun vrouwen en kinderen gescheiden, wat tot hartverscheurende taferelen leidde.”

Marc Klein, gedeporteerde uit Frankrijk

“Ik werd op 8 maart 1943 samen met mijn vrouw en mijn driejarig zoontje bij de laatste grote actie van de SS tegen de joden gearresteerd. Na een verblijf van enkele dagen in het verzamelkamp Große Hamburger Straße werd ik samen met mijn familieleden naar het concentratiekamp Auschwitz gedeporteerd. Bij aankomst op het perron in Auschwitz werd ik van vrouw en kind gescheiden. Sindsdien heb ik hen niet meer teruggezien.”

Norbert Wollheim, gedeporteerde uit Berlijn

“De selectieprocedure van onze slachtoffers verliep als volgt: twee SS-artsen stonden in voor het onderzoek van de binnenkomende gevangenen in Auschwitz. De gevangenen moesten langs een van de artsen lopen, die met een teken van de hand de beslissing aangaven.

Diegenen die voor het werk geschikt waren, werden naar het kamp gebracht. De anderen werden onmiddellijk naar de vernietigingsinstallaties gestuurd. Jonge kinderen werden zonder uitzondering vernietigd omdat ze te jong waren om te werken.”

Rudolf Höss, commandant van Auschwitz, Krakau 1946.

Nauwelijks 15 minuten later begon de schoorsteen dikke zwarte rook met een weeë geur uit te spuwen. Die bleef daarna als een dichte wolk boven het kamp hangen. Een felle steekvlam schoot 2 meter hoog. Al vlug werd de stank van verbrand vet en haren ondraaglijk.

En nog altijd reden de vrachtwagens af en aan, langs dezelfde weg. We hebben die nacht 60 transporten geteld. (…) Kort nadat de laatste wagen verdwenen was, kwamen de eerste vrachtwagens terug, beladen met de bagage en de kleding van de doden, spullen die naar het magazijn werden gebracht.”

Dr. med. Ella Lingens-Reiner, gevangene in Auschwitz

Twee wegen:

Na de selectie scheiden de wegen van de gedeporteerden. De grote meerderheid gaat in de richting van de crematoria. De ouderen en de gehandicapten worden er per vrachtwagen naartoe gebracht.
Alleen gezonde jonge mensen komen in het kamp terecht om er slavenwerk te verrichten. Binnen enkele maanden zullen zij, ziek en werkonbekwaam, hun lotgenoten volgen.
Bron:
Haus der Wannsee-Konferenz
– Gedenk- und Bildungsstätte –

Mijn Joodse hart…..
Rabbi Tarfon:

De Joden zijn als een stapel walnoten.
Wanneer 1 walnoot verwijderd wordt, is ieder noot op de stapel uit zijn evenwicht.
Zo is het ook met een enkele Jood die in nood verkeert, elke andere Jood is dan uit zijn evenwicht.

Midrasj Sjir Hasjirim Rabba 6:11

Zoals jullie hebben gelezen zijn er diverse herdenkingen momenteel gaande…
Wat ik elk jaar weer merk is dat het mij niet onberoerd laat.
Overdag denk ik eraan en relativeer het …. Alleen S’nachts komt dit erdan uit in een droom die traditioneel als een nachtmerrie te boek gaat…..

Alleen deze nachtmerrie was voor mijn familie werkelijkheid….

Ik droomde vannacht dat ik naar Israel ging, ik zou er een rondleiding krijgen. Tijdens de rondleiding werd ik in mijn kraag gevat en een huis binnen gesleept. Het bleken Joodse mensen te zijn die mij waarschuwde voor alles was er gebeurde.
In de kamer waren een drie vrouwen aanwezig die mij vertelde dat de familie groter was dan nu… Ik keek heb verbaasd aan en vroeg waar de andere familieleden dan waren….

Vergast en/of levend begraven vertelde 1 van de vrouwen mij…
Daarna werd ik rondgeleid ( dit is een beetje een vaag stukje wat ik ook niet goed kan omschrijven).
In de rondleiding zag ik vrouwen en kinderen ( lijken) op een hoop liggen, de magere gezichten waren getekend van pijn en verdriet. Ik keek naar de kinderen, ze waren zo klein. Jonge moeders naast hun kinderen, lagen daar op de grond.
Een stuk verder op lagen de mannen, allemaal hadden zij hun keppel nog op en zij leefden nog… Rijen, werkelijk zoveel rijen met mannen die mij aankeken en hoopten dat ik iets kon doen…. Ik keek naar hun, de mannen met pijn gevulde gezichten..En ik die niets kon doen…..

Toen gingen we verder…. Daar zag ik vrouwen en kinderen die levend waren begraven…..
En toen schrok ik wakker……

Elk jaar weer tijdens de Shoa herdenkingen word ik geconfronteerd met deze kant van mijn joods-zijn.. Mijn moeder die er niet mee overweg kon en ons heeft opgevoed met: Niet over praten dat je Joods bent, je krijgt er alleen maar ellende van.

Ik deel dit om door te geven wat er is gebeurd. Opdat het nooit vergeten mag worden!!! Opdat het nooit weer mag gebeuren!!!

Voor mijn moeder…omdat zij er niet over kan praten…

Al zeg je niets
Ik hoor je vertellen
over de pijn

Al zeg je niets
ik hoor je spreken
en als een deken
bedek je het verdriet

Maar weet je dan niet,
dat ik het voel
dat ik het weet
dat je mij zoveel zegt zonder woorden…
Vernedering…de schande…grenzeloosheid…het eindpunt…

met jouw dan mij…en Adonai

© Bo 2005

Joodse Gemeenschap hoort bij Duitsland
Rabbi Tarfon:

De Joden zijn als een stapel walnoten.
Wanneer 1 walnoot verwijderd wordt, is ieder noot op de stapel uit zijn evenwicht.
Zo is het ook met een enkele Jood die in nood verkeert, elke andere Jood is dan uit zijn evenwicht.

Midrasj Sjir Hasjirim Rabba 6:11

Lehrer Salamon, overlevende van Auschwitz, bezocht gisteren het concentratiekamp. Morgen wordt herdacht dat Auschwitz 60 jaar geleden werd bevrijd.
(Foto: ANP Robin Utrecht)

Uit: Amersfoortse courant 26-01-05

De Duitse bondskanselier Schroder heeft gisteren onderstreept dat zijn land hard zal optreden tegen uitingen van antisemitisme en neonazisme.
De Bondskanselier greep de nationale herdenking van zestig jaar bevrijding van het concentratie kamp Auschwitz aan om erop te wijzen dat zijn land momenteel de op twee na grootste Joodse gemeenschap van Europa herbergt. “De joodse gemeenschap is en blijft de onvervangbaar onderdeel van onze cultuur”. We zullen alles in het werk stellen om bescherming te bieden tegen antisemitisme en tegen degenen die niet leren. Aldus de regeringsleider.

Auschwitz werd op 27 januari 1945 bevrijd door Russische troepen.
Morgen is er een ceremonie bij het voormalige vernietigingskamp in Polen. Britse Moslims leiders willen niet naar de herdenking van de bevrijding van het concentratie kamp Auschwitz. Zij vinden dat niet alleen de slachtoffers van Auschwitz, maar alle slachtoffers van volkerenmoord moeten worden herdacht uit de hele wereld. Dat heeft een woordvoerder van de Muslim Councel of Britain, die 1,6 miljoen vertegenwoordigt gezegd.

Hakenkruis op de schoolplein
Rabbi Tarfon:

De Joden zijn als een stapel walnoten.
Wanneer 1 walnoot verwijderd wordt, is ieder noot op de stapel uit zijn evenwicht.
Zo is het ook met een enkele Jood die in nood verkeert, elke andere Jood is dan uit zijn evenwicht.

Midrasj Sjir Hasjirim Rabba 6:11

Er was eens een jongetje van een jaar of acht die hier ergens in het Westen leefde. Na schooltijd liep het jongetje de school uit en wilde de schoolplein oversteken om naar huis te gaan.

Opeens bleef het verschrikt staan. Met grote ogen zag hij met krijt getekend een hakenkruis op het schoolplein. Het jongetje zakt door zijn knieën en begon te boenen. De hoofdmeester kwam naar buiten en riep het jochie naar binnen, maar het kind weigerde dit te doen en boende driftig door en riep huilend: ´dit mag NOOIT meer gebeuren!´ De schoolmeester zag dat het kind niet deed wat hij vroeg en nadat het kind klaar was, liep het kind naar binnen en hij kreeg een uitbrander.

Toen hij thuis was gekomen, stonden zijn ouders hem op te wachten, want ze hadden immers een telefoontje van school gekregen dat het kind zo overstuur was en niet direct binnenkwam. De ouders vroegen zijn kant van het verhaal en het jochie vertelde, nog steeds zo geshockeerd, dat hij de volgende keer weer de roep van de hoofdmeester zal negeren, wanneer hij weer een hakenkruis moet weg boenen: ´Dit mag NOOIT meer gebeuren!´

De ouders namen het kind trots bij zich en wisten wat hij bedoelde: ´Dit mag NOOIT meer gebeuren!´

Twee jaar later is het kindje op 10 jarige leeftijd gestorven…

De 102.000 namen lezen
Rabbi Tarfon:

De Joden zijn als een stapel walnoten.
Wanneer 1 walnoot verwijderd wordt, is ieder noot op de stapel uit zijn evenwicht.
Zo is het ook met een enkele Jood die in nood verkeert, elke andere Jood is dan uit zijn evenwicht.

Midrasj Sjir Hasjirim Rabba 6:11

Westerbork – Op 27 januari 2005 is het 60 jaar geleden dat het vernietigingskamp Auschwitz werd bevrijd. Die dag ‘staat’ voor de moord op 6 miljoen joden. Onder hen 102.000 uit ons land. Evenals 200 Nederlandse Sinti en Roma, naamloos omgebracht in Sobibor, Theresienstadt, Auschwitz, Bergen Belsen en al die andere verschrikkelijke oorden. Ze kwamen uit Zutphen, Winschoten, Amsterdam, Leeuwarden, Middelburg, Eijsden, Rhenen, Almelo en Sappemeer.

Het was een moord op ongekende schaal die in de herinnering niet verjaart. Een moeder, een zoon, een oma, een oom, een nicht, een vriend …, iedere keer een uniek mens en dat 102.000 keer. Die grootvader, die dochter, die vader, dat kind, het vriendje … allemaal hadden ze een naam. En een gezicht.

Het Herinneringscentrum Kamp Westerbork en het Nederlands Auschwitz Comité organiseren in het kader van deze 60-jarige herdenking een bijzonder en uniek project: het voorlezen van de namen van alle vermoorde joden, en Sinti en Roma die geen eigen graf hebben. Op zaterdag 22 januari 2005 wordt om 19.30 uur begonnen door onderduikoverlevenden en auteur Ida Vos, van wie het idee afkomstig is. Vanaf dat moment wordt er 112 uren onafgebroken, dag en nacht, gelezen, eerst in Amsterdam en daarna in Westerbork. De laatste namen zullen op 27 januari rond 11.00 uur over het kampterrein klinken. Deze worden gelezen door staatssecretaris van VWS Clémence Ross-van Dorp en Fia Polak, die op deze dag 60 jaar geleden in Auschwitz werd bevrijd. Vervolgens zal Maarten Peters met het speciaal gecomponeerde lied Namen het project afsluiten.

Voorafgaande aan de start van het namen lezen is er in de Hollandsche Schouwburg een openingsbijeenkomst. Hier zal Job Cohen, burgemeester van Amsterdam, spreken en rabbijn Sonny Herman het kaddisj zeggen. Daarna wordt de afstand naar het Verzetsmuseum inhoudelijk overbrugd door het al lopend lezen van de eerste paar honderd namen door Jeroen Krabbé en Marga van Praag.

In het Verzetsmuseum Amsterdam zullen de namen worden gelezen van alle slachtoffers die in Amsterdam zijn geboren. De laatste naam in Amsterdam zal in de nacht van maandag 24 op dinsdag 25 januari worden genoemd, de eerste op het kampterrein Westerbork direct daarop volgend. Hier worden, eveneens in alfabetische volgorde, alle namen genoemd van hen die elders in Nederland waren geboren, van de Sinti en Roma, en van de joodse vluchtelingen uit met name Duitsland. Gelezen wordt steeds de voornaam, de familienaam en de leeftijd van ieder slachtoffer. Dit op basis van gegevens van de Oorlogsgravenstichting.

Het noemen van de 102.000 namen wordt door 700 lezers gedaan. Onder hen vele kamp- en onderduikoverlevenden en nabestaanden. Maar ook vroegere buren, leerlingen uit basis- en voortgezet onderwijs, gemeenteraadsleden, vertegenwoordigers van overheden, verwante organisaties en instellingen, ambassadeur en personeel van de Israëlische ambassade.

Voor meer informatie omtrent Auschwitz kun je vinden op de website over Auschwitz

Dit dossier is samengesteld door Kena voor FAQ-online 2005