G’dsbesef in onze kleding

Klik op de afbeelding

Geschreven door Dayan mr. drs. R. Evers

Onze parsja spreekt over priesterkleding. Ook in onze kleding komt het G’dsbesef tot uiting. Sociologen stellen, dat wij ons kleden om ons te beschermen tegen de natuurelementen of om onszelf te verfraaien. De kledingtheorie uit de Tora luidt, dat wij ons naakt schamen. Het woord beged (kleding) komt van de stam `ontrouw’. Wij realiseren ons – sinds de zondeval – dat wij kleren moeten dragen om niet ten prooi te vallen aan allerlei lagere driften door blootstelling aan de verleidingen van het lichaam. Ook hier onderscheidt de mens zich van het dier.

Verbinding tussen roechnioet en gasjmioet
Het Jodendom beziet de mens als een paradoxale combinatie van lichaam en geest. Dit samengaan van lichaam en geest wordt iets wonderlijks ervaren, dat het bijzondere van het menszijn bevestigt. Aan de ene kant heeft de mens trekken van deze wereld in zich terwijl hij aan de andere kant tot verhevener sferen behoort. Daardoor vormt hij de enige mogelijke verbinding tussen beide:

‘In drie opzichten lijkt de mens op een engel en in drie opzichten op een dier; in drie aspecten gelijkt hij op een engel omdat hij verstand heeft als een engel, rechtop loopt als een engel en kan praten als een engel. In drie opzichten lijkt de mens echter ook op een dier, want hij eet en drinkt als een dier, plant zich voort als een dier en scheidt de onbruikbare bestanddelen van zijn voedsel uit als een dier (B.T. Chagiga 16a).

Verbinding tussen hemel en aarde
Dit ‘dubbele’ in het menselijk karakter kan ook in zijn uiterlijke gestalte worden waargenomen. De mens vormt de verbinding tussen hemel en aarde. Met zijn voeten staat hij op de aarde en met zijn hoofd steekt hij in de lucht als teken van zijn spiritualiteit. De mens kan zowel met de Hemel als met de aarde omgaan en deze tot hun uiteindelijke bestemming brengen. Verbinding was het doel van het Misjkan (Heiligdom) maar het uiteindelijke doel is de mens.

©Dayan mr. drs. R. Evers