Het leven van Meïr Ba’al HaNess (Rabbi Meïr)

Zijn afkomst

Deze Rabbi, waarvan men zijn voornaam niet met zekerheid kan vertellen maar vermoedt dat hij Nahori of Misja heette, komt uit een interessant geslacht. Zijn voorvader was Keizer Nero. Eind van 66 n.d.g.j. brak er een conflict uit tussen de Grieken en de Joden in Jeruzalem en Ceasarea. De Talmoed leert: ‘G’d zond tegen hen (Israël) Keizer Nero. Toen Nero aankwam schoot hij een pijl naar het oosten en deze viel in Jeruzalem. Hij schoot een pijl naar het westen en ook deze viel in Jeruzalem. Zo schoot Nero naar alle vier de richtingen van het kompas een pijl en iedere keer viel de pijl in Jeruzalem. Hij zei tegen een passerende jongen: “citeer voor mij het laatste vers van de Bijbel die je hebt geleerd.” [Ez. 25:14] De jongen zei: ‘Ik zal Mijn wraak via Mijn volk Israël op Edom aanrichten.’ Nero zei: ‘De Kadosj Baroech Hoe [de Heilige Geprezen is Hij] heeft het verlangen Zijn Tempel te verwoesten en de schuld op mij te leggen.” Nero ging weg en bekeerde zich naar het Jodendom. Rabbijn Meïr was een afstammeling van hem. [Bavli Talmoed Gittin 56a].