Het leven van Shimon Bar Yochai (RaSjBi)

RaSjBi’s Jahrzeit [dag van overlijden] een feestdag

“In de 6e eeuw van het 6e millennium zullen de poorten van de Hemelse wijsheid worden geopend, evenals de bronnen van de aardse wijsheid, de wereld voorbereiden om te worden verhoogd in de 7e millennium.” [Zohar I, 117a]

Sinds 170 ndgj valt RaSjBi’s Jahzeit op de 33e dag van de Omertijd [letterlijk ‘Lag B’omer’]. Het is een feestelijke onderbreking van de 49 dagen rouw om de dood van 24.000 talmidiem van Rabbi Akiva en de 49 dagen durende brug tussen Pesach en Sjavoe’ot.
RaSjBi zei net voor zijn dood dat zijn Jahrzeit een feestdag moet zijn, omdat de ziel iedere jaar op de Jahrzeit weer een niveau omhoog gaat naar Hasjems Heerlijkheid.

Tijdens Lag B’Omer worden wereldwijd in Joodse gemeenschappen de vreugdevuren aangestoken. De reden is dat RaSjBi de Zohar op deze dag verhulde. Naar aanleiding van een explosie van vuur kwam hij in zijn woonplaats Meron te overlijden. Deze tongen van vuur fluisterden een mysterieuze boodschap.

3500 jaar geleden verliet Avraham Avienoe zijn vaders winkeltje waar hij afgoden verkocht. Hij keek naar de zon, maan en sterren en kwam tot de conclusie dat het een idioot idee is dat door mensen gemaakte afgoden deze hemellichamen zouden beheersen. Hij raakte steeds meer overtuigd van het feit dat er een Schepper moest bestaan die alles gemaakt heeft en alles regisseert.

Zijn ontdekking werd uitgedrukt door middel van een metafoor die licht op de diepere betekenis van het vuur legt. Avrahams erkenning van Hasjem is te vergelijken met een zwerver die een groot huis in vlammen ziet en concludeert dat het huis een eigenaar moet hebben. De eigenaar van het huis ziet de zwerver en stelt zichzelf aan de zwerver voor [Bereesjiet Rabba 39:1].

Wat heeft Avraham, de zwerver in deze gelijkenis, gezien wat naar de eigenaar wees?

Het Hebreeuwse woordje voor ‘ding’ is ‘davar‘. Davar komt van ‘diboer‘, wat ‘spreken’ betekent. Dit betekent dat ieder ding een uitgesproken [diboer] boodschap bevat. Ieder fysiek object of fenomeen [davar] geeft als het ware een spiritueel commentaar [diboer] op het bestaan.

De brandende villa is dus een toespeling op de diboer van ieder object in de wereld. Avraham zag het huis, de wereld, in vuur en vlam. Vuur is een uniek fenomeen. Het heeft de kracht om alles wat met het vuur in contact komt, onderdeel van het vuur wordt. De afgifte van de warmte die de objecten geeft, leidt tot een nog veel sterkere vuur. Vuur onthult dus alles wat in zich ligt. Naast de praktische bruikbaarheid van davar [in dit geval het vuur], komt de verborgen energie [diboer] vrij wanneer je deze aanboort. Hierdoor wordt de verborgen praktische bruikbaarheid van het object onthult. Met andere woorden: deze energie is de metafoor voor de diboer, de boodschap dat in alles in deze wereld verborgen ligt.

Avraham was in staat in deze wereld het brandende vuur te zien. Hij wist dat de zon meer was dan zijn praktische functies als warmte en licht. Het vuur die hij in de wereld zag was geen destructieve vuur, maar een verborgen energie in de villa van de wereld. De innerlijke bericht, de diboer, wijst naar de grootheid van de Schepper. De figuratieve vlammen fluisteren naast hun eenvoudige functie van davar in ieder woord, ook een diepere betekenis dat naar Hasjem wijst. Precies zoals Avraham het gezien heeft.

Daarom gedenken wij de Jahrzeit van RaSjBi met vuur. Hij leefde in twee dimensies: devar en diboek. Voor RaSjBi was de wereld in spirituele lichtelaaie met tongen van vuur die Hasjems berichten fluisteren. Daarom gaf RaSjBi ons de Zohar, de mystieke betekenis van de Tora.

Lag Be’omer herinnert ons dat in alle fysieke objecten en fenomenen een spirituele boodschap en betekenis zit. Daarnaast betekent de Zohar ‘Gloed’ of ‘Luminescence’. De leer van het boek verlicht de duisternis en de verwarring van deze wereld en dient als navigatie in ons leven.

RaSjBi wordt ook de ‘Botzina Kadisja‘ genoemd, wat ‘heilige lamp’ betekent.

©Jodendom-online 2013