De complete eenheid en onbegrensde macht van G’d.

Geschreven door rabbijn Moshe Weiner en vertaald door de redactie

Bron: Asknoah

In de Pesach Haggadah staat deze tekst dat over de uittocht van Egypte gaat:

De Heilige, gezegend is Hij, deed dit in Zijn Glorie bij Hemzelf! Zoals het is gezegd: “In die nacht zal Ik door het land Egypte gaan en Ik zal de elke eerst geborene treffen…Ik, G’d.” [Dit betekend] .. Ik en niet een engel; ..Ik en niet een aartsengel; .. Ik en niet een boodschapper; ..het is Ik en niet iemand anders!

Het misverstand van het concept van sheetuf (een “partner” met G’d) is het idee dat er een onafhankelijke creatie of wezen is (bijvoorbeeld een engel) die onafhankelijk functioneert van G’d. Het Joodse volk wordt geboden in Dewariem/ Deuteronomium 6:4 ( “Hoor, Israël, de Eeuwige is onze G’d, de Eeuwige is één.” ) om geen onafhankelijke wezen anders dan G’d te geloven en te accepteren als waarheid. Alles “anders” is geschapen en functioneert alleen volgens G’ds Wil. Zoals een bijl dat wordt gebruikt in de handen van een houthakker. De uitzondering is de mens die een unieke gave heeft kregen van de vrije wil en die mag functioneren van G’d zoals hij wilt.

Ondanks dat de niet-joden niet zijn opgedragen om het concept van onafhankelijke creatie of wezen die onafhankelijk functioneert van G’d moet afwijzen, heeft een niet-jood niet het recht om iets anders dan G’d Zelf te aanbidden. Iemand kan zich voorstellen dat een sheetuf een wezen onafhankelijk is van G’d en dat de vers: “Hoor, Israël, de Eeuwige is onze G’d, de Eeuwige is één.” tegenstrijdig is hieraan. Ook kan iemand denken dat een sheetuf een onafhankelijke macht heeft over lichamelijke of geestelijke zaken. Dit gaat in tegen het vers Sjemot/ Exodus 20:3: “Laten er geen andere goden voor je zijn naast Mij.” In beide gevallen is het duidelijk dat elke andere vormen van sheetuf die wordt aanbeden afgodisch is. Iemand die elke vorm van sheetuf aanbidt overtreed één van de 7 universele geboden van afgoderij. Iemand die denkt of gelooft dat aanbidding van sheetuf is geoorloofd, ook al aanbidt hij dit zelf niet, dan nog gaat dit in tegen de grondbeginselen van de Tora. [1]

De mensheid is zelfs verboden om een persoon te aanbidden, ondanks het feit dan de mens een unieke eigenschap heeft van de vrije wil te midden van de andere schepselen. Welke de engelen niet eens hebben.

[1] Zie Rambam, wetten van berouw 3:7

Een persoonlijke uittocht: Overwin de spirituele beperkingen.
Naar een essay van rabbijn H. Pekkar vertaald door Ilonia.

In het Hebreeuws wordt Egypte vertaald met het woord Misjpatiem en dit betekend “beperkingen”. “uit Egypte vertrekken” verwijst niet alleen naar de uittocht van de Israëlieten uit hun slavernij van Egypte. Het betekend ook dat elke persoon, Jood of niet-Jood, beperkingen kan overwinnen in het leven die kan worden ervaren als grenzen in het dienen van G’ds Wil dat volgens de ware Tora geloof hoger is dan het intellect.

Zelf opgelegde grenzen komen voort door een beperkte of incorrecte zelfbeeld van de persoon op zijn eigen intellect en emoties. Iemand moet ernaar streven om ongegronde beperkingen die hij zichzelf heeft opgelegd te overwinnen. De eerste stap in dit proces is om zich te realiseren dat als hij oprecht probeert dat hij instaat is om de G’ddelijke Voorzienigheid in zijn leven te zien. Dit zal zijn geloof versterken dat de schepping echt helemaal afhankelijk is van G’ds Wil en dat er dus van buitenaf geen macht in de weg staat om de Noachidische Code na te leven.

Iemand kan de kracht krijgen “uit te trekken uit Misjpatiem” (voor zijn zelf opgelegdebeperkingen) door de lessen van de symbolen van de Pesach. De symbolen zijn matzes (brood zonder gist/zuurdesem, die worden gebakken voordat ze tijd hebben gehad om te rijzen), maror (bittere kruiden) en wijn.

Matzes staat voor nederigheid en maror voor bitterheid. Wanneer een persoon aan G’d denkt en zichzelf herinnert aan G’ds wonderen, zal hij dit moeten visualiseren in zijn gedachten (Bijvoorbeeld: Dat G’d de zee splits voor het Joodse volk tijdens de uittocht van de slavernij uit Misjpatiem). Dit zorgt ervoor dat iemand ontzag en nederig wordt, omdat hij ziet dat alles in de wereld en zichzelf niet zijn eigen kracht heeft of van een andere macht afkomstig is, maar dat de kracht van G’d komt. Dit leidt dat een persoon zich realiseert de bitterheid van zijn eigen spirituele fouten en de bitterheid van het verborgen houden van de Shecinah (G’ds G’ddelijke Aanwezigheid) in de spirituele duisternis die de wereld domineert totdat de Messias komt.

Wanneer een persoon deze twee bewustwordingen (nederigheid en bitterheid) zich eigen maakt dan is hij in staat om G’ds Woord van de Tora met vreugde te ontvangen zonder daarbij een persoonlijke voordeel bij te hebben. Degene realiseert zich dan ook dat het volgen van G’ds Wil (dat is de Noachidische Code voor alle niet-Joden) het beste is wat zij kunnen doen voor zichzelf en hun gezin en dat zij met een vreugde vol hart de verplichtingen nakomen. De innerlijke vreugde is verbonden met de wijn, de vrucht van de wijnstok is het symbool van vreugde. Het feit dat de plengoffers van de wijn samen met de offers aan G’d werden uitgevoerd in de Tempel herinnert ons eraan dat onze ervaringen van vreugde kan plaats maken voor een valse vreugde van iemand die zich overgeeft aan wereldse genoegen.

Moge de nederigheid, ontzag en vreugde leiden tot een persoonlijke leven met G’d, zodat we vooruit lopen op de ophanden zijnde komst van de profeet Elia wiens missie is om “de harten der vaderen te keren tot de kinderen en de harten van de kinderen te keren tot de vaderen”[Maleachi 3:23-24]. Om zo de wereld voor te bereiden op de echte en volledige verlossing door de Messias, die afstammen van het koninklijke huis van David. De Rambam vat de essentie van de missie van Elia samen als: “hij zal alleen komen om vrede te stichten”(wetten van de koningen hoofdstuk 12).