Een nieuwe Shira (de bomaanslag d.d. 9 augustus)

Door Ben Zion Nemett

INLEIDING
De dochter van Ben Zion Nemett is Shira en 15 jaar oud, is een studente van de Hoge school in Jeruzalem. Ze werd ernstig verwond door de bomaanslag in de Sbarro Pizzaria op 9 augustus j.l., terwijl ze daar lunchte met twee vriendinnen die ook ernstig verwond werden. Ze lag tot 21 augustus in het zieken huis en moet nog een lange periode van herstel tegemoet zien.

EEN NIEUWE SHIRA
Vrijdagavond, Shabath avond, na de synagoge dienst ben ik gewend om met mijn dochter de wekelijkse lezing uit de Thora met haar te bespreken. Dit is voor een Joodse vader zo normaal, behalve dat alles nu nieuw is hier, de persoon, de tijd en de plaats. De plaats – de Recovery kamer van Intensive Care in het Shaare Zedek Ziekenhuis, in Jeruzalem – 24 uur na de zelfmoord aanslag in het Pizza restaurant in het centrum van Jeruzalem. De persoon is mijn dochter. Haar lichaam is gekneusd, geslagen en gebroken na een lange operatie, die haar het leven heeft teruggeven. Een nieuwe Shira, een nieuw lied. Shabathavond, de kleur wit is zo dominant in iedere hoek van de kamer, zo verschillend met het wit van de Shabath. Het wit van de operatiekamer voelt zo zenuwslopend en dreigend aan, in vergelijking met het wit van de Shabath met zijn glans van heiligheid. Tot nu toe, wist ik niet dat er zo’n verschil in de kleur wit kon zijn. Shira ontwaakt uit haar narcose, maar is nog suf van de vele pijnstillers. Op een gegeven moment wil ze me wat vragen en ik leun voorover om te luisteren” Daddy, hoe is het met de familie die tegenover ons zat in de Pizzaria?” Ik ken de familie, waarover ze praat./ Beide ouders en drie kinderen zijn gedood. Met een gebroken stem vertel ik haar dat de God de Almachtige hen zal helpen. Zo kan ik tenminste mijn kind beschermen tegen het bittere nieuws. Maar na enkele minuten vraagt Shira opnieuw: “Daddy, hoe is met die familie?” Ik vraag haar waarom ze zo specifiek naar die familie vraagt. En Shira vertelt me dat toen de verschrikkelijke explosie plaatsvond, de kinderen heel erg verwond werden. “Ze stonden gewoon in brand” en toen schreeuwde een van de kleine kinderen van hen’daddy, daddy, red me!’ En de vader schreeuwde naar hem terug”wees niet bezorgd, zeg met mij het Sh’ma Yisrael – Hoor, o Israel, de Heer is onze God, de Heer is een’ op. En plotseling was het stil, ‘daddy’ en ze staart me aan “wat is er met hen gebeurd.’

En ik, de zoon van mijn vader, bijna de enige overgeblevene van de familie, die in de Holocaust is uitgeroeid, groeide op met het “Sh’ma Israel”, wat Joden opzeggen voordat ze vermoord worden, en kende goed de verschrikkelijke verhalen van de Joden die ter slachting werden geleid, hun leven verliezende aan het einde van de zin ‘De Heer is een’

En hier, nu, hoor ik van mijn dochter het zelfde verhaal, het Treblinka dodenkamp en de Sbarro Pizzaria worden een. Grootvader, kleindochter en ik de vader daartussen in. De pijn en het verdriet verenigt de slachtoffers van beiden, slachtoffers, wiens zonde alleen maar was, dat ze deel waren van het Joodse volk. Kinderen werden toen en nu vermoord omdat ze Joods zijn. De vader, moeder en drie kinderen die voor Shira stonden werden vermoord omdat ze Joods waren. Kinderen toen en nu die willen dat hun vader hen redt en de vader die weet waar ze naar toe gaan, schreeuwt naar de Vader in de hemel:’Sh’ma Israel’ samen met zijn stervende zoon. Daar en hier, toen en nu, ik kan bijna niet langer mijn tranen inhouden en mijn hart weigert het te geloven.

En ik hoor Shira’s stem die me terugbrengt naar de werkelijkheid. “daddy, ik zal nooit deze stemmen meer vergeten, nooit” En dan gaat er een moeilijke gedachte door mijn hoofd. ‘in iedere generatie staan er vijanden op om ons te vernietigen’ zei mijn vader, omdat hij daar was en de Holocaust heeft gevoeld. Maar, mijn vrienden en ik, de generatie van Israel’s herstel, hebben al het licht aan het einde van de tunnel ervaren en gevoeld, de visie van vrede en menselijkheid op onze deurstoep. En ik begrijp nu dat het beeld van vlammen en rook, de stemmen die uitroepen ‘Sh’ma Israel’ door twee generaties in mijn familie werden gehoord – door mijn vader en mijn dochter. Shira, ik wil dat ze in staat zal zijn om deze verschrikkelijke beelden te vergeten. Ik wil dat ze vrede in haar gedachten zal hebben, maar toch wil ik niet dat ze de betekenis van die stemmen zal vergeten. Want geloof vanuit de vlammen is zuiver, heilig, ongebonden, moedig en brandend. Maar hoe kan ik je vragen niet te vergeten terwijl ik mijzelf toesta me in vergetelheid te dompelen en mezelf laat leiden door illusies van een nieuw Midden Oosten? Een dag eerder, toen een dokter me de negatieven van voor de operatie liet zien, zag ik spijkers, schroeven en moeren die deel waren van de bom en bestemd waren om de ontzettende verwondingen en de dood nog te verergeren. Nu waren ze allemaal in jouw kleine lichaam. Je was geworden tot een ware ijzerwaren winkel. Materialen die door mensen gebruikt worden om te bouwen werden nu gebruikt door moordenaars om te vernietigen. Toen herkende ik een van mijn schroeven. Ik herkende hem meteen. Hij was van mij. “He, vrienden, ik daag ieder van jullie uit: ” er zit een schroefje bij je los” Ik zag de schroef in het negatief en herkende hem meteen. Het was de schroef die in mijn hoofd los was gaan zitten En ik dacht, dat ik de verschrikkelijke pijn en het ondragelijke lijden van anderen in mijn generatie zou kunnen voorkomen. Misschien kunnen anderen hun losse schroeven nog aandraaien om beter te kunnen begrijpen met wie we eigenlijk aan het onderhandelen zijn.

Chaya Bat Rabbi Mordechai Rafael Schijveschuurder, 8 jaar oud, overlevende van de bomaanslag in de Pizzaria in Jeruzalem,zeer kwetsbaar in haar lichaam, maar sterk van geest, sprak en zei: “Alles wat hier gebeurt, het is alles een wonder. Zij die leven en zij de sterven.Niets gebeurt zonder rede en God weet wat Hij doet. Hij wil ons vertellen dat we beter moeten handelen. Dat spoedig de Meshiach zal komen en mijn ouders zullen opstaan”

En voor een kort moment was het land Israël stil, opstijgend naar de Hemelse Troon, om genade vragend.

“En het zal geschieden in het laatste der dagen….Want uit Zion zal de wet uitgaan”
(Jesaja 2:2-3)

©Ben Zion Nemett 2001