Jeroesjalajiem: What’s in a Name?

Geschreven door Rabbijn prof. Efraim Sprecher | Vertaling: de redactie

Namen spelen altijd al een belangrijke rol in het Jodendom. De naam van een persoon in de Tora komt bijna altijd met een vertaling of een reden voor die naam. De naam Adam komt van het Hebreeuwse woordje ‘adama’ [aarde]. Dit doet ons herinneren aan onze nederige wortels en begin.
Avraham komt van ‘av’ [vader] van vele volkeren. De naam Jitschak herinnert ons aan de tschok [gelach] van zijn ouders toen zij hoorden van de wonderlijke en vreugdevolle nieuws over zijn aanstaande geboorte.
Ja’aqov is afgeleid van zijn grip op de ‘akev’, hiel, van zijn tweelingbroer Esav tijdens de geboorte. De naam Ja’aqov symboliseert de eeuwige worsteling tussen de twee broers door de geschiedenis heen.

Het is in elk geval duidelijk dat de namen veel meer zijn dan een handige manier om iemands aandacht te kunnen krijgen. De naam staat voor een innerlijke kwaliteit of de uiteindelijke bestemming van het individu. De Orach Chaim Hakodesh stelt dat zelfs vandaag de dag wanneer de ouders een naam voor hun baby kiezen, door G’d wordt openbaart wat de verborgen kwaliteit of missie van het nieuwe kindje wordt.

Dit geldt niet alleen voor mensen. Hetzelfde idee van naamgeving geldt ook voor Jersoesjalajiem en Erets Jisrael. Tosfot bepaalt in Traktaat Taanit 16 dat de naam Jeroesjalajiem een combinatie van twee woorden die door Avraham werd uitgesproken op de Akeidah in Bereesjiet/Gen. 22: “Har Hasjem Jeiraeh… de berg waar G’d gezien zal worden.” Dit terwijl de stad reeds door Malkitsedek Sjalem [vrede] genoemd werd [idem hoofdstuk 14]. Jersoejalajiem is de combinatie van ‘jireah’ en ‘sjalem’. Tosfot verklaart daarbij dat dit de reden is waarom in de Tora geen Joed tussen de Lamed en de Mem in de naam Jeroesjalajiem geschreven wordt, zodat de focus op Sjalem [vrede] ligt. Sjalem heeft geen Joed.

Nu rijst de vraag op waarom wij wel Jeroesjalajiem met een Joed schrijven wanneer de Tora het zonder Joed spelt. Het antwoord is tweeledig.
De patach Joed Mem in het Hebreeuws geeft aan dat het woordje een ‘paar’ weergeeft. Voorbeelden zijn oznajiem [oren], reglajiem [voeten] en jadajiem [handen].
Tevens beantwoordt de Talmoed dezelfde vraag als volgt. De Talmoed verklaart dat er sprake is van twee Jeroesjalajiem: een Hemelse die direct boven de aardse Jeroesjalajiem ligt. Zoals het Hemelse Jeroesjalajiem G’ds eeuwige hoofdstad is, is het aardse Jeroesjalajiem, ondanks dat de Amerikaanse State Departments daar zich bevinden, Israëls eeuwige hoofdstad.

Dit geldt ook voor de naam Erets Jisrael, het Land van Israel. Erets Jisrael is een land vol schoonheid en heiligheid. Sommige prachtige kwaliteiten worden geopenbaard en andere kwaliteiten zijn verborgen. In gelijke zin, de beroemde tsadiek onder de Mergaliem [bespeiders] Kalev ben Jefoeneh, die alleen het goede zag aan Erets Jisrael, werden zijn collegae misleid door de oppervlakkige problemen die zij in Erets Jisrael zagen. Kelev betekent ‘hond’ en een hond graaft altijd onder de oppervlakte om de schat te vinden.

Ook een Jood in Israël moet door de diepten heen graven om de verborgen schat in Erets Jisrael te ontdekken.

Profeet Jirmijahoe refereert ‘Erets Chamdah’ en ‘Nachlat Tsvi’ naar Erets Jisrael [3:19].
De eerste naam betekent het Land van Verlangen en het verlangen om in Israël te zijn. De Talmoed zegt dat voordat Jehosjoe’a Israël veroverde, alle niet-Joodse koningen in het Midden-Oosten onderling vreselijk opschepten en pochten dat zij een paleis in Israël bezaten. Dit geeft de status van Israël aan.
De tweede naam verwijst naar de heerlijke producten van Israël die net zo snel rijpten zoals een hert [tsvi] kon rennen. Daarnaast is de huid van de hert erg elastisch wat het vermogen van Erets Jisrael symboliseert om steeds verder, verder en verder te rekken om alle Joden in diaspora tegemoet te komen wanneer zij snel in onze dagen terugkeren naar huis.

©Rabbi prof. Sprecher 2013