Joden zijn geen G´dsmoordenaars

Geschreven door de redactie

Hy droegh onse smerten

T’en sijn de Joden niet, Heer Jesu, die u cruysten,
Noch die verradelijck u togen voort gericht,
Noch die versmadelijck u spogen int gesicht,
Noch die u knevelden, en stieten u vol puysten,

T’en sijn de crijghs-luy niet die met haer felle vuysten
Den rietstock hebben of den hamer opgelicht,
Of het vervloecte hout op Golgotha gesticht,
Of over uwen rock tsaem dobbelden en tuyschten:

Ick bent, ô Heer, ick bent die u dit hebt gedaen,
Ick ben den swaren boom die u had overlaen,
Ick ben de taeye streng daermee ghy ginct gebonden,

De nagel, en de speer, de geessel die u sloech,
De bloet-bedropen croon die uwen schedel droech:
Want dit is al geschiet, eylaes! om mijne sonden.

Van de bekende Calvinist Jacobus Revius (1586-1658)

Twee bekende fenomenen van de kerk om Israël van G’daf te duwen is:

ze hebben Jezus niet aangenomen
ze zijn godsmoordenaars.
Wij gaan deze onzin even rechtzetten. Volgens de Bijbel van het christendom en het “Messiaans” Jodendom heeft Jezus zelf gekozen de vermeende Wil van zijn Vader te doen. Als jij hun Bijbel zorgvuldig leest, dan zal jou opgevallen zijn dat de intocht naar Jeroeshalaijim al zeer riskant was. Jezus scheen zelf die weg te hebben gekozen.

Israël exclusief blijven beschuldigen van de dood van Jezus is in onze ogen antisemitisme. Anti.semitisme betekent volgens het woordenboek letterlijk vijandigheid naar de Joden. Door alle Joden op één hoop te gooien of gans Israël exclusief 2000 jaar ter verantwoordelijk stellen voor de Romeinse executie die Jezus onderging ìs vijandigheid naar het volk van G’d en dus, volgens het woordenboek en dus het Nederlands moraal, antisemitisme. Ontkennen heeft dus geen zin. ´Jullie hebben de Here Jezus gedoodt, de vloek die jullie zelf afroepen, zal over jullie heen komen´. Voor ons is dit antisemitisme (antisemitisme betekent nl NIET altijd dat je de Jood doodt wenst). Met deze houding verzet de kerk zich tegen G’d, HaSjem, de Naam. AntiSJEMitisme (de ´sem´gedeelte van dit woord komt en betekent letterlijk ´Naam´) is dus letterlijk tegen G´ds Naam, dus tegen G’ds Plan waarin Israël altijd betrokken is.

De Joden in het algemeen veroordeelden/kruisigden Jezus niet. Volgens de de Talmoed zou de jurisdictie van het Sanhedrien (Joodse Gerechtshof) met betrekking tot halszaken in het jaar 30 door de Romeinen zijn afgenomen. Dit betekent dat niet alleen de Joodse overheersers, maar ook de Romeinen de macht hadden een veroordeling (Jeroesjalmi Sanhedrien 1:1; 7:1; Bavli Sanhedrien 41a; Bavli Avodah Zarah 8a), een vonnis uit te spreken (Luk.18:32,33; Hand.2:23; Joh.18:31) en deze uit te voeren. Dit is daadwerkelijk onder Pontius Pilatus gebeurd. Hiermee weerleggen we het sprookje, die veel Christenen aanhangen, dat de Joden zelfs de brein achter de Romeinse overheersing zouden zijn! De Joden waren dus, nogmaals, niet aan de macht maar de Romeinen. Die waren verantwoordelijk voor processen executies etc. Kajafas en de zijnen waren in de tijd voor Jezus ook al aardig berucht. Ongetwijfeld collaboreerden ze met hun bezetter, maar waren ze toch ook wel bezorgd voor de ondergang van het volk. Daarnaast heeft Jezus zijn leerlingen verboden de gevangneming tegen te gaan.

Daarnaast is het vanuit het Jodendom onmogelijk dat Jezus berecht zou zijn door het Sanhedrin. Doodvonnis tijdens een nachtelijke Hoge Raad, wat Marcus 14:64 en Matt. 26:66 beweren, is niet mogelijk omdat dit volgens de halacha verboden is. Wellicht daarom dat Lucas en Johannes over die nachtelijk fabeltje zwijgen. Vandaar dat het Romeins proces dat in Luc. 18:31-33 is aangekondigd is aannemelijker is. Pikant detail: nergens lezen wij over verdedigers en getuigen à charge. Niemand nam voor Jezus op. Feit: er is hier duidelijk sprake van een volledig eenzijdiger karikatuur van een vermeend Joods proces. We gaan dit in 13 punten vlg het Joodse rechtssysteem ttv Jezus verder uitbouwen:

Processen mbt de doodstraf moeten overdag gevoerd worden (Sanhedrin IV:1)
Rechtszaken voor Sjabbat en (vooravonden van) Jom Tov (feestdag) zijn verboden (Beza V:2)
De doodsvonnis mag niet op dezelfde dag als het proces vallen. De rechters moeten áltijd letterlijk een nacht over slapen (Sanhedrin IV:1)
G’dslastering in verband met de doodstraf geldt alleen voor het uitspreken van de Allerhoogste Naam: de Tetragrammeton. Jezus heeft dit nog nooit gedaan. Volgens Sanhedrin VII:4-5 is Messias-zijn en G’ds zoon-zijn over jezelf roepen géén G’dlastering.
Rechtsgeldige processen moeten volgens Sanhedrin XI:2 in officiële vergaderruimten van het Sanhedrin plaatsvinden (de stenen hal van de Tempel). Daar valt het huis van de Hoge Priester, de Kohén hagadol, niet onder.
Het zwijgen van een verdachte kon in Romeinse rechtssysteem gebruikt worden. In het Joodse rechtssysteem kon iemand niet op eigen bekentenis schuldig worden geacht.
Volgens Sanhedrin IV:1 begint ieder proces in verband met de doodstraf altijd met ontlasting en verdediging van de beklaagde waarna de getuigen à charge het woord kregen.
Daarnaast moest bij de uitspraak altijd de jongste rechter als het eerste het woord nemen zodat hij niet beïnvloed kan worden door zijn oudere collegae. Pas na het woord van de rechters neemt de voorzitter van de Hoge Raad het woord. In de evangeliën neemt Kajafas de Kohén hagadol het eerste woord. Kohén hagadol en een rechter zijn twee verschillende banen (!).
Zelfs in het Sanhedrin moest een veroordeling gegrond zijn naar aanleiding van twee onafhankelijke getuigen die afzonderlijk verhoord moesten worden. Men stelle de getuigen op de proef door een zevenvoudige verhoor… spreken ze elkaar tegen, dan is hun getuigenis ongeldig… Valse getuigen worden onverwijld en streng gestraft (Sanhedrin V:1). In de evangeliën is er sprake van twee valse getuigen die gemeenschappelijk werden verhoord. Hoge Raad zou hun getuigenis dus aanvaard hebben.
Dat Jezus middels het Sanhedrin ter dood werd veroordeeld is tegen de Joodse traditie in dat en van de rechters als advocaat van de verdachte – zonder stemrecht tegen hem – moesten optreden (Sanhedrin IV:1). Ondertussen was Jezus bevriend met Raadsleden als Nicodemus, Joseef van Arimatea en de zéér voor aanstaande Gamliël. Zij zouden absoluut protest hebben aangetekend tegen zo’n vorm van doodsvonnis. Een vonnis met algemene stemmen was al op grond van het procesrecht – luister goed – uitgesloten.
Kajafas scheurde zijn kleren. Een Kohén hagadol mag zijn kleren niet scheuren (Wajjikra/Lev. 10:6).
Geen Sanhedrin zou de woorden van Mattheus 26:63 geaccepteerd hebben: Maar Jezus is blijven zwijgen. En de hogepriester zegt tot hem: ik bezweer u bij de levende God dat u ons moet zeggen of u de Christus, de zoon van God, bent…! Dit uit vrees voor de overtreding van het tweede gebod. Zie voor de rest dat hij dit nooit gezegd had kunnen hebben nogmaals punt 4!
Om gerechtelijke dwalingen te voorkomen, zegt Makkot I:10 een rechtbank die eens in de 70 jaar een doodsvonnis velt, wordt een moorddadig gericht genoemd.
Ook de Sadduceeën mochten geen rechtszaak in de nacht houden. Daarom is het überhaupt onmogelijk dat het een Joodse rechtszaak was. Er was één rechtspraak dat juist gedocumenteerd is in het NT en dat is de Romeinse. Twas een politiek spel, omdat Jezus meerdere Zeloten in zijn gelederen had en ook hij had openlijk politiek kritiek. Maw de Joden hadden niets met zijn dood te winnen. De Romeinen des te meer.

En ofschoon de aanwezigen voor het vonnis van Pilatus dingen zouden hebben gezegd (“En al het volk, antwoordende, zei: zijn bloed kome over ons, en over onze kinderen.” Matth.27:25) stonden zij, zoals prof. Smalhout opmerkte, 6 uur s’ ochtends op een pleintje, wat hoogstens 200 mensen kon herbergen. M.a.w. waneer er Joodse daders waren, zou het om een handjevol mensen gaan die niet wisten wat zij deden. Ondertussen wordt hier een heel volk al 2000 verantwoordelijk voor gesteld, dat in die 2000 jaar – incl. de Sjoa – 13.000.000 Joodse zielen kosten. En waarvoor? Voor de Grote Leugen van de geschiedenis.

Echter proberen vele Christenen vandaag de dag die ‘schuld’ exclusief aan huidig Israel toe te schrijven. Zo wete dan zekerlijk het ganse huis Israels, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk dezen Jezus, Dien gij gekruist hebt. Hand. 2:36. Als we toch de christelijke Bijbel moeten lezen en goed lezen, lezen wij dat hier NIET heel Israël Jezus gekruisigd heeft, maar dat heel Israël zal weten dat G’d Jezus tot Masjiach zou hebben uitverkoren. Petrus spreekt hier tot een exclusieve groep (gij) die woonachtig is in Jeroeshalaijim op een moment dat velen zich dit verhaal van deze ´Jezus´ nog goed konden herinneren. Het was net gebeurd! Hooguit een kleine paar maanden daarvoor! Dit onderstreept de woorden van prof. Smalhout.

Volgens Dewariem/Deut. 21:1-9 zou het gehele volk aansprakelijk gesteld kunnen worden aan een moord, mits de leiders van de stad waar de lijk het dichts bij lag, de voorschrift uit deze verzen zouden opvolgen. We kunnen een aantal zaken opmerken:

Jeroeshalaijim stond merendeels onder Romeins gezag en de afkomst van de Joodse leiders was al dubieus,
Een banvloek, die de menigte over zich heen riep (Matt.27:25) is sowieso hoogstens tot in het 3e en 4e geslacht (Sjemot/Ex .20:5; 34:7; Dewariem/Deut.5:9). Ook heeft HaSjem gezegd: De ziel, die zondigt, die zal sterven; de zoon zal niet dragen de ongerechtigheid van de vader, en de vader zal niet dragen de ongerechtigheid van de zoon; de gerechtigheid van de rechtvaardigen zal op hem zijn, en de goddeloosheid van de goddelozen zal op hem zijn.” (Ez.18:20).
Het schijnt dat Jezus als leider van een nieuwe sekte erg populair bij de Joodse menigte was. Vooral in Galilea, waar hij het meeste kwam. Nog geen week voor zijn arrestatie zou een menigte hem als koning hebben ontvangen (wat van hem een politieke vijand voor de Romeinen maakte). Kajafas had waarschijnlijk financiële verliezen geleden toen Jezus de geldwisselaars de tempel uitjoeg. Wanneer Jezus inderdaad koning zou worden, zou einde aan de macht van Kajafas betekenen, daar

A: deze vromen vaak geen Joden maar Edomieten waren, die dankzij de Romeinen aan de macht zijn gekomen en
B: dit hun macht zou gáán kosten, omdat Jezus hen onherroepelijk, op het zachtst gezegd, afzet.
Dat er meer niet-Joden als Joden in de tijd van Jezus in Jeroesjalajiem rondliepen, kunnen we zelfs in de christelijke Bijbel lezen:
U zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken.’ Ze antwoordden hem: `We stammen af van Abraham, en we zijn nooit iemands slaaf geweest. Waarom zegt u dan: U zult vrij worden?’.Johannes 8:32 ev. Zij stammen van Avraham af, maar zijn geen slaven geweest. De Israëlieten zijn eeuwen slaven in Egypte geweest. En nu zijn wij slaven; in het land dat u onze voorouders gaf, in het land dat ons een rijk bestaan bood, in dat land zijn wij nu zelf slaven. Nehemia 9:36.

Was de val van Jeroeshalaijim door godsmoord?
Wat veroorzaakte dan de vernietiging van de Tempel in het jaar 70 door de Romeinse soldaten van Titus? Volgens de Talmoed Bavli was de oorzaak “de grondeloze haat” (Joma 9b).
Jezus zelf zei: Jeruzalem! Jeruzalem! U, die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn! hoe vaak heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, zoals een hen haar kuikens bijeenvergadert onder de vleugels; en u hebt niet gewild. Zie, uw Huis wordt u woest gelaten.” (Matt.23:37,38; zie ook Luk.13:34,35). Jezus legt het verband met van de verwoesting van de Tempel met het zich niet-laten-vergaderen van de natie. De Tora werd door de natie als collectief, met zijn grote leraren niet meer in zijn finesse geaccepteerd en niet gehoord. De oorlog met Romeinen liep o.a. uit in de verwoesting van de Tempel. “En de Engel, Die met mij sprak, zei tot mij: Roep uit, zeggende: Alzo zegt HASJEM ts’va’oth: Ik ijver over J’roesjalajjiem en over Tsion met een grote ijver. En Ik ben met een zeer grote toorn vertoornd tegen die geruste volkeren; want Ik was een weinig toornig, maar zij hebben ten kwade geholpen. Daarom zegt HASJEM alzo: Ik ben tot J’roesjalajjiem wedergekeerd met ontfermingen; Mijn huis zal daarin gebouwd worden, spreekt HASJEM ts’va’oth, en het richtsnoer zal over J’roesjalajjiem uitgestrekt worden. Roep nog, zeggende: Alzo zegt de HASJEM ts’va’oth: Mijn steden zullen nog uitgespreid worden vanwege het goede; want HASJEM zal Tsion nog troosten, en Hij zal J’roesjalajjiem nog verkiezen.” (Zach.1:14-17).

In dit verband is het interessant dat er in de de Talmoed staat: “Rabbi Acha namens Rabbi Tanchoem uit het (leer)huis van Rabbi Chieja: Als Jiesra’el zich één dag bekeert, zou de Zoon van Dawid onmiddelijk komen. Wat is het argument [hiervoor]? – vandaag, als jullie naar zijn stem zouden luisteren (Ps.95:7)” (Jeroesjalmi Ta’aniet 3b)

©FAQ-online 2003-2007