Techiat Hametiem, Opstanding der doden volgens de Talmoed

Geschreven door de redactie

In het Christendom kent men de wederopstanding der doden. Dit is niet iets nieuws. Het Jodendom was er al veel langer mee bekend door de verwijzingen naar de opstanding der doden en leven na de dood in de Tora, waar onder andere gesproken wordt over de dodenrijk; sje’ol. Daarnaast zitten wij met het feit dat bepaalde passages in de Tora in de toekomende tijd wordt geschreven, i.p.v. verleden tijd, wat aanduidt dat er wel leven na de dood moet zijn en zelfs een wederopstanding van doden. Een voorbeeld is Sjemot (Ex.) 15:1. Omdat de Engelse Joodse vertaling (JPS) beter is dan die van ons, geven wij de volgende citaat: Then sang Moses and the children of Israel this song unto the LORD, and spoke, saying: I will sing unto the LORD, for He is highly exalted; the horse and his rider hath He thrown into the sea (Ik zal den HEERE zingen; want Hij is hogelijk verheven! ).

Verwijzingen naar de Toekomstige wereld is wat duidelijker door het feit dat de Tora belooft de rechtvaardigen te belonen en de onrechtvaardigen te straffen. Ondanks dat het volk Israël “meeging” in de afgoderij van de naaste volkeren, werd het volk van G’d ook onderdrukt, waardoor men ging afvragen: ´wij zijn rechtvaardig en worden in dit leven “gestraft”. Onze onderdrukkers zijn onrechtvaardig en worden in dit leven “beloont”.´ Dit riep vragen op of de beloning- en strafmethode van de Tora pas na de dood zal worden de toegepast.

Omdat de Talmoed merendeels uit een opeenstapeling van interpretaties, discussies en commentaren bestaat, zal in dit verslag meerdere visies van geleerden het revue passeren. In het verslag Leven, dood en het hiernamaals in het Jodendom bespraken wij het Jodendom geen dogma´s kent. Hierdoor houdt het Jodendom een grote ruimte open voor persoonlijke meningen en opvattingen, in dit geval m.b.t. het hiernamaals. Zo is er een opvatting van rabbi Akiva dat er geen eeuwige hel en verdoemenis voor de onrechtvaardigen bestaat. Dit hebben wij vrij algemeen in de voor genoemde verslag uiteen gezet.

Wanneer een onrechtvaardigen zijn straf heeft “uitgezeten” en serieus berouw heeft, is er voor hem plaats in het Olam Haba. Is er geen sprake van berouw en inkeer, dan zal zij de Hemelse straf ontvangen. Dat is de kaurat of kareet. De mens wordt afgesneden van deze wereld en van de Olam Haba.

Echter Rabbi Menachem Recanti (1223-1290) gelooft dat onrechtvaardigen uiteindelijk ook een eigen gemeenschappelijke deel in de Olam Haba krijgen. Dit op grond van diensten van de rechtvaardigen.

Andere passages uit de Talmoed geven aan dat de wind het as van de verteerde lichamen en verbrandde zielen onder de zolen van de rechtvaardigen blaast.

Ondanks wij geen bewijzen hebben dat er leven na de dood is (want wie heeft dat na kunnen vertellen), kunnen we in de TeNaCH wel indirecte verwijzingen (M’lachiem Alef [1 Kon.] 7:17-24; M’lachiem Bet [2 Kon.] 4:17-37, 13:21; Sj’moe’el Alef [1 Sam.] 28:9, 28:13-15) vinden. Vandaar dat er Joodse geleerden zijn die menen dat geloof in het leven na de dood invloeden zijn die afstammen van de Hellenistische perioden.

Olam hanesjamot: wereld van de zielen
De wereld van de zielen is de plaats waar de zielen zonder lichaam doorleven. Wanneer jij sterft, treedt jij de Olam Hanesjamot binnen. Ben jij rechtvaardig? Dan is er voor jou een plaats in de Gan (tuin van) Eden. Ben jij onrechtvaardig, dan zal jouw ziel in de Gehinnom vertoeven. Maar op een punt des tijds zal G’d de doden laten opstaan, zodat het lichaam en de ziel herenigd zullen worden.

Gan Eden en Gehinnom
Op de eerste plaats is Gan Eden de aardse paradijs waar Adam en Chava woonden voordat zij hadden gezondigd. Eden is waarschijnlijk een Assyrische leenwoord voor edinu, wat veld of steppe betekent. In het Arabisch is het Adn. Echter de kabbalisten en de talmoedisten zijn over eens dat er twee Gan Eden bestaan. De eerste is dus de plaats waar Adam en Chava ooit leefden en de tweede is het onderdeel van de Olam Hanesjamot. De eerste is de lagere Gan Eden en de tweede is de hogere Gan Eden. De grens tussen de natuurlijke en de bovennatuurlijke Gan Eden is moeilijk waarneembaar. Aggadat (Midràsj) Sjir Hashirim zegt dat Gan Eden en de Hemel door Eén Woord is gecreëerd. En de kamers van Gan Eden is als het ware vanuit de Hemel aangelegd. En de Hemel is gelinieerd met rijen van sterren. Dus Gan Eden is gelinieerd met rijen van rechtvaardigen, die als sterren schijnen.

G’d zou tien verschillende edelstenen voor Adam hebben geschapen, die wij in Ezechiel 28:13 kunnen lezen. Deze edelstenen zouden gerelateerd zijn met het Hemelse Gan Eden.

In feite is alles op aarde een prototype van Boven. RaMBaN (1194 Spanje-1270 Israël Rabbi Mosje Ben Nachman; Nachmanides) zei dat het verhaal van Eden uit Beeresjit een dubbele betekenis heeft. De aardse Gan Eden en haar vier rivieren Pison , Bedolah, Gihon en Hiddekel zijn de prototypen van de Hemelse.

De zonsopgang is rood, omdat de zon de rozen van Gan Eden passeert.

Het woord Gehinnom heeft zijn oorsprong te danken aan het dal van Hinnom. De naam is afgeleid van het Hebreeuwse Ge-Hinnom (= dal van Hinnom) of Ge-ben-Hinnom (= dal van de zoon van Hinnom); dit was de benaming van een onvruchtbaar dal ten zuidoosten van Jeruzalem, waar zich in de Israëlitische koningstijd offerplaatsen voor de Moloch/ Molek bevonden. De afschuwelijke Molochdienst en vooral de daarbij centraal staande kinderoffers werden door de profeten scherp veroordeeld: ‘…inwoners van Juda, Ik ben diep beledigd!.. In het Ben-Hinnomdal bouwden jullie offerhoogten met vuuroffers om je zonen en offers te verbranden. Dat heb Ik je nooit opgedragen!’ Jirmijahoe (Jer). 7: 30 en 31. Na het herstel van de godsdienst door koning Josia schijnt het Hinnomdal als begraafplaats te zijn gebruikt. Aan dit dal verbond zich later de voorstelling dat hier de straf voor de afvallige Joden, of voor de zondaren in het algemeen, zou plaatsvinden. Deze plaats werd gezien als ingang tot de hel. Later werd Gehenna de benaming voor de hel zelf. In Jésoe`a’s tijd was het de gewone uitdrukking voor de strafplaats van de verdoemden. Deze uitdrukking werd ook zo nu en dan door de Heer gebruikt: ‘wanneer zij de stad verlaten, zullen zij de lijken bezien n hen die zich tegen Mij hebben verzet. De wormen die aan hen knagen sterven niet, het vuur waarin zij branden is niet te blussen. Heel de wereld is met afgrijzen vervuld.’ (Jesjajahoe 66: 24).

Volgens Talmoedische bronnen zou de Gehinnom ten westen van Gan Eden liggen. Rav Sa’adia Gaon (892 n.Chr.) zegt dat de namen Gan Eden en Gehinnom afgeleid zijn van echte bestaande plaatsen op deze wereld, zij het respectievelijk de beste en de slechtste plekken op aarde.

Zowel de hel als het paradijs is door G’d geschapen. Sommige Joodse bronnen zeggen dat de hel op de zesde dag is geschapen en andere bronnen claimen de tweede dag als de scheppingsdag van de hel. Waarschijnlijk zag Awraham de Gehinnom in Bereesjiet (Genesis) 15:17, omdat dit geïdentificeerd wordt als het poort van Gehinnom. Sommige geleerden gaan er ook van uit dat het fysieke en vervloekte dal van Gehinnom, bij Jeruzalem, het poort naar Gehinnom is. Deze zou tussen twee palmbomen liggen, vanwaar de rook continu opstijgt. De mond is vlakbij en belet de rook, maar beneden is Gehinnom uitgestrekt en duidelijk begrensd.

Gehinnom zou drie poorten hebben:

in de wildernis
in de zee
in Jeruzalem
Een andere Talmoedische passage houdt het erbij dat de Gehinnom boven het firmament is en volgende de derde mening vertelt ons dat de Gehinnom achter de donkere bergen ligt. Een andere Talmoedische bron vertelt dat de aarde 1/60e deel van aardse Gan Eden is, aardse Gan Eden is 1/60e van de Hemelse Gan Eden, de Hemelse Gan Eden is 1/60e van de Gehinnom. De hele wereld is als een ooglid voor de Gehinnom. Sommigen zeggen dat de Gehinnom onmetelijk groot is. Het vuur van de Gehinnom dooft nimmer en ondanks al dat vuur, is de Gehinnom een donkere plaats. Het ruikt er naar zwavel. Volgens de Talmoed geeft het Boek van Henoch een prima beschrijving van de Gehinnom.

Er wordt vanuit gegaan dat een engel aan het hoofd van de Gehinnom staat. Deze engel is geen gewone engel, maar een prins. De Prins van de Gehinnom zegt tegen G’d: “Gooi alles in mijn zee; voedt mij met het zaad van Seth. Ik ben hongerig”. Maar G’d weigert zijn verzoek en zegt hem dat hij de onrechtvaardigen mensen moet nemen.

De zielen blijven in de Olam Hanesjamot tot de Techiat Hametiem en de komende wereld, Olam Haba. Degene die het verdienen mogen in de komende wereld met hun lichamen leven.

Omdat de Gehinnom zo groot is, wordt de zon tijdens zijn zonsondergang rood door het vuur van de Gehinnom. Zijn stralen vallen op de hoofden van de onrechtvaardigen.

Er zijn verdiensten die de mens voor de Gehinnom behoedt:

liefdadigheid
de zieken bezoeken
het lezen van de SHMA en Hallel (prijzingen)
het eten van de drie maaltijden op de Sjabbat
etc.
Geleerden, de armen, de vromen zijn extra beschermd tegen de Gehinnom.

Drie categorieën van de mensheid zullen de Gehinnim nooit aanschouwen:

degene die in armoede leven
degene die aan slijmvliesontsteking aan de darmen lijdt
degene die onder druk door schuldeisers staan.
Uiteraard dienen wij deze punten hyperbolisch op te vatten wie gedoomd is voor de Gehinnom en wie gered is van de Gehinnom.

Jom Hadin Hagadol, de Dag des Oordeels
Volgens RaSJi (Rabbi Sj’lomo bar Jitzak 1040-1105 in Troyes) moet iedereen voor het Hemelse Rechtbank komen. Dit zal op drie momenten van het bestaan van de mens plaatsvinden:

ieder jaar tijdens Soekkot. Wij worden dan berecht mbv water. Het materiële lot wordt beslist dat overeenkomstig is met de daden van het afgelopen jaar.
bij de dood wanneer je naar de Olam Hanesjemot gaat. Wordt het Gan Eden of de Gehinnom?
Jom hadin haGadol. Men wordt beoordeeld en berecht of iemand he verdient om onderdeel te mogen worden van de Techiat Hametiem.
Op de Jom Hadin Hagadol zullen drie groepen mensen geoordeeld worden:

de volkomen rechtvaardigen, die worden ingeschreven in het eeuwig leven.
de volkomen onrechtvaardigen, die worden gedoomd in Gehinnom, zoals er in Dani’jêl 12:2 staat geschreven: Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen.
de mensen die daar tussen in vallen zullen nederdalen naar Gehinnom, zullen het uitschreeuwen en zij zullen herrijzen, zoals er staat geschreven in Zacharja 13:9 Dat derde deel zal Ik in het vuur brengen, en Ik zal hen smelten, zoals men zilver smelt, ja hen louteren, zoals men goud loutert. Zij zullen mijn naam aanroepen en Ik zal hen verhoren. Ik zeg: Dat is mijn volk; en zij zullen zeggen: De Here is mijn God.
De leerschool van Hillel pleitte dat de derde groep mensen voordeel van de twijfel moeten krijgen en dat we hiermee vanuit dienen te gaan dat zij naar de Gan Eden gestuurd zullen worden. Rabbi Chanina was van mening dat er een grens is aangaande de G’ddelijke genoegdoening in de Olam Haba. Hij was van mening dat degene die dalen naar de Gehinnom, allemaal zullen opstijgen, behalve de overspeliger, die zijn gelijke am public in schaamte zet en degene die zijn gelijke bij zijn aanstotelijke naam noemt.

Techiat hametiem: opstanding der doden
Wie komen in de Olam Haba? Volgens de Talmoed:

heel Israël,
de vromen uit de volkeren en
de onrechtvaardigen die oprecht berouw hebben en tot inkeer zijn gekomen.
Echter zijn er mogelijkheden dat je jouw plek in het Olam Haba verspeeld door:

niet geloven dat er in de Tora aanwijzingen zou staan naar de Techiat Hametiem
niet geloven dat de Tora uit de Hemel komt
kleinerend en minderwaardig over de Torageleerden spreken, omdat zij middels de Tora aangewezen bevoegden zijn. Wie een Torageleerden niet serieus neemt, neemt de Tora niet serieus. Dit komt uit het feit dat degene dan niet in de G’ddelijkheid van de Tora geloofd en daar zit de zonde
Het lezen van bepaalde externe boeken. Denk aan boeken waar afgoderij wordt gepredikt
Het misbruiken van Sjemot (Exodus) 15:26 als bezwering om te genezen
Het uitspreken van de Naam (van G’d)
Overspel
Afgoderij
Hypocriete houding
Woede
Enz.
Velen van hen die rusten in het dodenrijk, zullen ontwaken, sommigen om voor altijd te leven, anderen om voor altijd te worden veracht en verafschuwd. Dani’jêl 12:2. De Jad Ramah van Rabbi Meir Halevi Abulafia leert ons dat de vers uit Danijêl ons vertelt dat de rechtvaardigen op die dag, tijdens de Techiat Hametiem, hun beloning ontvangen en de ontrechtvaardigen hun straf. De beloning en straf is voor eeuwig. Abarbanel zegt dat ook de vijanden van Israël zullen opstaan om hun eigen ondergang te moeten aanschouwen. De volkeren zullen inzien dat zij dwaas waren en zullen tot inkeer komen. Dit n.a.v. Tz’fanyah (Sefanja) 3:9.

RaMBaM (Rabbi Mosje Ben Maimon; Maimonides 1135 Spanje – 1204 Egypte) daartegen gelooft dat de Techiat Hametiem alleen voor de rechtvaardigen geldt. Dit om het feit dat de (wetten van de) Tora een gif is voor degenen die de Tora met foute intenties (mis)gebruikt. Regen is immers voor de rechtvaardigen en onrechtvaardigen, maar dat geldt niet voor de Techiat Hametiem!

Rav Sa’adia Gaon wijst ons erop da de tekst van Dani’jêl 12:2 niet over alle mensen spreekt, maar over vele van hen. Hij gelooft dat deze belofte aan Dani’jêl, die als balling in Babylonië leefde, uitsluitend aan Israël gedaan is. Hij vatte de tekst op dat de mensen die ontwaken het eeuwig leven ontvangen en degene die niet ontwaken, dat zij zullen dienen als schaamte. Dit als doel voor een eeuwige afschrikking. Dat zijn de mensen die niet geloofden en mensen die stierven zonder berouw en inkeer.

Het doel van de Techiat Hametiem
Rav Sa’adia Gaon is van mening dat de rechtvaardigen uit het Joodse volk zullen opstaan, zodat zij getuigen zijn van de langverwachte en beloofde verlossing. Volgens Rav Sa’adia is het doel:

Het bevorderen van het geloof in de Almacht van G’d. De Techiat Hamtiem is uiteraard het grootste wonder.
Hereniging met de profeten, de rechtvaardige koningen van Israël en de grote geleerden.
Hereniging met familie en vrienden
het beantwoorden van onze vragen over leven, dood, het hiernamaals en het opwekken van doden.
Kinderen van Israël tot één volk maken in alle eer en glorie.
Geloof in de Komende wereld versterken, want als de belofte van de Techiat Hametiem wordt vervuld, worden alle beloften vervuld.
De vijftiende eeuwse Joodse filosoof R. Joseef Albo geeft als doel van de Techiat Hametiem dat sommige de rechtvaardigen de gelegenheid krijgen bepaalde onvervulde aspecten van de Tora te vervullen. Dit was niet door onwil, maar door moeilijke omstandigheden in hun aardse leven. Door de Techiat Hametiem krijgen zij de gelegenheid de hoogten te bereiken die zij in hun aardse bestaan niet konden bereiken.

Kabbalist RaMCHal (Rabbi Mosje Chaim Luzatto; 1707) geeft nog een doel. De Techiat Hametiem is een overweldigende onthulling van de almacht van G’d. De ziel zal haar maximale hoogte bereiken, omdat het lichaam totaal gereinigd zal worden tot het ultieme spiritueel bestaan.

Gilgoel hanesjamot: migratie der zielen
In het Jodendom (m.n. in de Kabbalah) is er enigszins ruimte voor reïncarnatie. Shesher ben Isaac of Saragossa (1131-1209) heeft een nieuw licht van de reïncarnatie in het Jodendom gebracht. Toch moeten wij erbij zeggen dat reïncarnatie niet per direct een algemene acceptatie binnen het Jodendom kent. Aangezien, zoals we eerder meldden, dat het Jodendom geen dogma´s kent, is een ieder vrij de Tora te interpreteren zoals hij gelooft, zolang er geen sprake is van G’dslastering. Het doel van de reïncarnatie is dat de ziel één en ander goed kan maken, wat hij in zijn vorig leven gezondigd heeft. Je mag er dan vanuit gaan dat men in zijn volgende leven behoorlijk moet lijden. Ondanks men in de reïncarnatie geen logica ziet, zou het wel een aantal vragen beantwoorden, zoals de vraag waarom sommige mensen als beesten gedragen. Antwoord: zij waren eens een dier. Waarom is een vrouw onvruchtbaar? Ze was ooit een man. Waarom kiest een goj om een Jood te worden? Hij heeft een Joodse ziel.

Van rechtvaardige zielen worden drie reïncarnaties vereist en van de onrechtvaardige zielen wel duizend. Er bestaan drie typen van reïncarnaties:

gilgoel (migratie/reïncarnatie): gebeurt tijdens de zwangerschap.
ibboer (inschuiven): oude ziel komt tijdelijk in iemands lichaam tijdens het huidige leven.
dibboek (kleven): kwade ziel komt in een lichaam om deze ziek te maken. Deze kan middels exorcisme verwijderd worden.
Geleerden zoals RaMBaM en Jehoeda Halevi wezen de reïncarnatiegedachten af.

Jamiem hamasjiach we-olam haba: Dagen van de Messias…
Volgens Rav Sa’adia Gaon zal de Techiat Hametiem ten tijde van de Jamot Hamasjiach, de Messiaanse Tijd, plaatsvinden. Omdat de Gemara claimt dat de Techiat Hametiem ná de Jamiem Hamasjiach zal plaatsvinden, worden beide theorieën geaccepteerd en hangen veel Joodse geleerden ook twee stadia van Techiat Hametiem aan:

ten tijde van de Jamiem Hamsjiach zullen de tsaddikiem gemoeriem (de volledige rechtvaardigen) opstaan om verder te leven met lichaam en ziel. Dit is in hun vorige leven hier op aarde ontzegd wegens omstandigheden.
algemene Techiat Hametiem op de Jom Hadin Hagadol voor alle mensen als straf of beloning.
Wij dienen in het Jodendom onderscheid te maken tussen de Komende Wereld, Olam Haba en de Toekomstige Wereld. RaMBaM zegt dat de Komende Wereld een algemenere uitdrukking is voor alles wat na de dood komt. De Toekomstige Wereld is de Messiaanse tijd. Vanuit dit oogpunt is de Toekomstige Wereld een onderdeel van de komende wereld. De Toekomstige Wereld word ook wel eens aangeduid met Jamot Hamsjiach, de dagen van de Masjiach, de Messiaanse Tijd.

De Masjiach, volgens de universele overeenstemming tussen de Joodse geleerden, zal uit het Huis van Dawied afstammen. Hij zal de ballingen van het volk Israël, dus ook de verloren stammen van Israel, terugbrengen naar Erets Jis’rael; het Land Israël. De Derde Tempel zal door Hem herbouwd worden en Hij zal Melech Hajis’rael, de Koning van Israël, zijn. De volkeren zullen, zoals de profeten in de TeNaCH voorspelden, aan Zijn voeten liggen. Men zal over een onvergelijkbare kennis van G’d beschikken. Echter is men niet overeen of de natuurlijke orde wordt gehandhaafd of niet.

Olam Haba is de universele uitdrukking van de Joodse geleerden die het principiële toestand van de uiteindelijke en eeuwige beloning moet beschrijven. In de Talmoed worden diverse beschrijvingen van de Olam Haba gegeven: gouden feesttafels, gouden voetbankjes, en de drie activiteiten die centraal zijn, welke het vieren van de Sjabbat, genieten van de zonneschijn en sexualiteit zijn. Hoe lang deze vorm van leven duurt, is in de Talmoed een discussiepunt tussen de geleerden van Risjoniem (de eersten). Risjoniem RaMBaN en Acharoniem (latere geleerde) zoals ReMa (Mosje ben Israël Isserliesj 1520-1572 te Krakauw in Polen) zijn van mening dat deze toestand van het leven in de Olam Haba voor eeuwig en altijd is. Zij beroepen zich op de tekst van Jesjajahoe (Jesaja) 60:21 en de visie van Rav (derde eeuw). Hij zei namelijk dat de rechtvaardigen op tronen zullen zitten en kronen op hebben, genietend van de uitstraling van de G’ddelijke Aanwezigheid. De eeuwige Techiat Hametiem zal geen fysieke behoeften en functies kennen, want het lichaam heeft genoeg aan geestelijke voedsel. Mosjé werd veertig dagen en nachten op Sinaj onderhouden met datzelfde voedsel.

Risjoniem zoals RaMBaM zien geen eeuwig leven in het verziet, maar het leven in het Olam Haba (voor hem de Messiaanse tijd; Jamiem Hamasjiach) zal wel zeer, zeer, zeer lang duren. Het zal een idealistische periode zijn met veel gewoonten waar wij aan gewend zijn zoals eten, drinken, sexualiteit, geboorten, materialistische behoeften, etc. RaMBaM is ook van mening dat Rav helemaal niet over de Olam Haba had, maar over de Olam Hanesjemot. De ziel en het lichaam zal uiteindelijk wéér gescheiden worden. De ziel zal dan uiteindelijk naar de Olam Hanesjemot gaan waar de ziel zal genieten van G’ds Sjechinàh (glorie). M.a.w. de beloning is in RaMBaMs ogen niet de wereld van de wederopstanding, maar van de Olam Hanesjemot, de wereld van de zielen.

Zoals het Jodendom niet in de Drie-eenheid gelooft, zo gelooft het Jodendom logischer wijs ook niet in de tweedeling van lichaam en geest. Wanneer iemand in leven is, zijn lichaam en ziel compleet met elkaar geïntegreerd.

Conclusie
Iedere Joodse geleerde is erover eens dat de uiteindelijke toestand van de mens een perfecte geestelijke toestand is. Het maakt niet uit of het een geestelijke leven is met een zuivere ziel (RaMBaM) of dat de ziel herenigd wordt met het ongrijpbaar gezuiverde lichaam (RaMBaN). Met het oog op de details en de volgorde blijft de dood en het hiernamaals een mysterie. We houden ons, met de Joden vast, aan Tehillim (Psalmen) 16:9 en 10. De ziel wordt na de dood dus niet in de steek gelaten en onze lichamen zullen vertoeven in zekerheid. Jesjajahoe (Jesaja) 64:4 wijst ons op verborgen zaken die geen oog gezien heeft. Want er staat geschreven: De verborgen dingen zijn voor de Here, onze G’d, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat wij al de woorden dezer wet volbrengen. Dewariem (Deut.) 29:29.

Er zal geen Gehinnom in de Olam Haba zijn. G’d zal de zon van haar plaatsnemen en de vromen met haar stralen genezen en de zondaren daarmee straffen…

Naslagwerken:
TeNaCH
Hoor Israël van Zwi Goldberg
Afterlife van rabbi Scheinerman
Joodse encyclopedie

Talmoedische bronnen:
Sanhedrin 64b; 90a; 91b; 99-110
Hilchot Tesjoewa 3:14
Berachot 17a; 57b
Rosj Hasjana 16a-b, 17a
Ta’aniet 7a; 25a; 32b
Menachot 99b
Pesachiem 94a
Baba Batia 84a
Baba Metzia 58b
Sjabbath 104a
Nedariem 8b
Emoenot WeDe’ot
Joma 87a
Jebamoth 102b
Eroewien 41b
Ketoebot 77b

©FAQ-online 2004