Tefillot/gebeden voor Bne Noach

Regels voor het zegenen van eten en drinken voordat je gaat eten/drinken.

1. Je kunt al een zegen voor eten of drinken zeggen, ook al is het maar voor kleine hoeveelheid.

2. Voordat je een van de 6 zegening reciteert van het eten, dien je te weten welke zegening je moet uitspreken voor welk eten.

3. Nadat je een zegen hebt uitgesproken, mag je deze niet onderbreken met andere woorden voordat je de eerste hap of slok hebt doorgeslikt.

4. De namen van G’d zijn onderdeel van de zegeningen en het is verboden om G’ds namen ijdel te gebruiken. Alleen onder noodzakelijke voorwaarde mogen de namen worden gebruikt. (Wanneer je de kinderen onderwijst mag je, als het nodig is, G’ds namen uitspreken tot het kind het woord kent)

5. Iemand die een zegen, uitspreekt en een anders persoon hoort het dan kan die persoon direct na het horen van de zegening reageren met “Amen”. Alleen als hij er zeker van is dat de zegening gericht naar de Eeuwige. Iemand die zelf een zegen uitspreekt sluit deze niet af met “Amen”.

6. Als er verschillende soorten fruit van dezelfde categorie wordt gegeten dan zeg je één zegening die alle fruit dekt. Bijvoorbeeld: wanneer je appels en sinaasappels eet, dan zeg je vierde zegening één keer dat alle fruit dekt.

7. Wanneer voor het eten en drinken zonder druiven een zegening wil zeggen, dan in de zesde zegening die alles dekt.

8. Wanneer er verschillende categorieën voedsel wil gaan eten zonder brood erbij, dan dien je verschillende zegeningen uit te spreken in de volgorde van de lijst (zie volgend hoofdstuk). Bijvoorbeeld: een gemengde salade met avocado tomaat en kaas dan zeg je eerst de vierde zegening voor de avocado dat dekt al het fruit en de vijfde zegening voor de tomaat dat dekt alle groente en dan de zesde zegening voor de kaas en dat dekt alle andere soorten voedsel.

9. Wanneer je verschillende soorten voedsel wilt gaan eten waarvan een deel primaire voedsel is en secondaire is, dan dien je alleen voor het primaire een zegen uit te spreken. Bijvoorbeeld voor rozijnenbrood dan zeg je de eerste zegening en voor appeltaart zeg je alleen de tweede zegen.

10. Als de correcte zegen is vergeten of niet bekend is of men twijfelt dan zeg je de zesde zegening die alle soorten voedsel dekt.

11. Wanneer men een maaltijd begint met brood, dan volstaat de eerste zegening, omdat brood een primair voedsel is en alle andere voedsel is secondair. Dus hoef je geen andere zegen uit te spreken voor het andere eten en drinken. Maar wordt er wijn of druivensap bij de maaltijd met brood gedronken dan dien je ook de derde zegeningen uit te spreken. Wijn en druivensap hebben altijd een aparte zegening.

12. Als er een zegening wordt uit gesproken over de wijn of druivensap, dan is het niet nodig om aparte zegeningen uit te spreken over de andere dranken, omdat wijn en druivensap een primaire drank is en alle andere dranken zijn secondair net zoals bij het brood.