Torah, wetenschap en creationisme
Geschreven door Marcel Koster
De strijd tussen Darwin en creationisme, waarbij gekozen zou moeten worden tussen geloof en wetenschap, lijkt weinig te doen te hebben met de Torah. De Joden weten dat de waarheid van de Torah niet tegengesteld kan zijn aan de natuur(wetten) omdat beiden zijn ontstaan uit dezelfde bron. Als er tussen deze twee zaken discrepanties zijn dan moet er naar een oplossing worden gezocht. Dat kan in twee stappen worden gedaan.
Ten eerste, bestuderen met welke betrouwbare bewijzen de wetenschap komt. Wat is feit en wat is fictie? Wat zijn de aannames die worden gedaan? Wat is de diepere betekenis van de “feiten”?
Ten tweede, bestuderen wat de traditionele leerstellingen van de Torah zijn en daarbij nagaan of er bewijzen zijn die de wetenschappelijke stellingen onderbouwen. Het gaat daarbij om teksten uit de Bijbel, de Talmud, de Midrash of latere geschriften die vergelijkbare ideeën bevatten(*1).
Dit artikel toont een orthodox joodse opvatting van Genesis, gebaseerd op traditionele bronnen en laat zien hoe deze samenhangen met de evolutietheorie van Darwin.
Wetenschap en God
Als de wetenschap ontdekt hoe het mechanisme van een natuurlijk proces werkt, denkt het te hebben bewezen dat God niet bestaat. Op alle gebieden waarop een natuurlijke uitleg bestaat kan God niet bestaan, aldus de wetenschap, daarbij suggererend dat wetenschap en God niet naast elkaar kunnen bestaan. Als de wetenschap de geheimen van de fotosynthese (vorming van koolhydraten uit koolzuur en water door planten onder de invloed van licht) ontdekt, de manier waarop een cel energie onttrekt aan zijn voedsel, of waarom het regent, accentueren zij juist het mechanisme van Goddelijke manifestatie die opereert in de fysieke wereld.
Einstein wordt gezien als een (1) van de briljantste mensen die ooit hebben geleefd omdat hij de formule E=MC2 (relativiteitstheorie dat betrekking heeft op de zwaartekracht, waar Einstein in 1922 de Nobelprijs voor ontving) ontdekte. Hij heeft dat echter niet uitgevonden, hij heeft geen heelal gecreëerd dat op dat principe is gebaseerd, hij “ontdekte” iets dat al bestond. Einstein geloofde overigens in God. Veel wetenschappers geven melding van een levende intelligentie die de natuurlijke wereld organiseert en die zij stap voor stap ontdekken bij het ontsluiten van de geheimen van het leven.
Creationisme, de formulering van de Bijbelse evolutie, is afgeleid van de King James vertaling van Genesis waarin dit woord (creationism) wordt gebruikt en welke ook in onze taal is overgenomen. Dit woord lijkt echter weinig relatie te hebben met hoe de Joden over dit onderwerp denken. Een basisprincipe van de Torah is dat elk vers in de Bijbel vier niveaus van interpretatie heeft, een acroniem voor PaRDeS (Hebreeuws voor “tuin” of “boomgaard”, en de afkomst van het Nederlandse woord “paradijs”):
“P” (Pshat) is de letterlijke betekenis; de verhaallijn.
“R”(Remez) is het niveau met de diepere betekenis en verborgen relaties in de tekst.
“D” (Drash) is het niveau van de metafoor en heeft een specifieke betekenis voor de individuele lezer.
“S” (Sod) is het geheime, mystieke of kaballistische niveau van interpretatie dat verwijst naar de innerlijke wereld, koninkrijken van engelen, de plaats(en) waar de ziel zich bevind.
Vertalen kan alleen op het eerste, letterlijke niveau van de betekenis. Al het andere berust op aanvullende betekenis die er door de structuur van de Hebreeuwse taal aan wordt gegeven.
In onze taal lezen we veelal dus alleen de letterlijke betekenis (de Pshat). Deze Pshat is dus niet alles wat er is. Als dus alleen de letterlijke betekenis van de tekst wordt gevolgd, dan heb je geen idee van de betekenis van de diepere niveaus van de interpretaties van de Bijbelteksten die essentieel zijn om deze teksten volledig te begrijpen. Daarbij komt ook nog het feit dat de eerste hoofdstukken van Genesis nog diepere betekenissen hebben dan de meeste andere delen.
Ofwel, het creationisme, hoewel het zegt gebaseerd te zijn op de Bijbel, is een niet-joods fenomeen, het bevat alleen de letterlijke betekenis (de Pshat) zonder de andere niveaus die op het onderwerp betrekking hebben.
Darwin en Genesis, de stand van zaken
Elke oplossing tussen wetenschap en Torah moet natuurlijk beginnen met het benoemen van de punten waarover geen overeenstemming is, waarbij aandacht moet zijn voor beide standpunten. Ofwel, laten we eens uitzoeken wat nu eigenlijk de discussie is. Welke vragen worden door welk van beide standpunten beantwoord?
De Torah richt zich voornamelijk op het bewustzijn, de ziel, en het morele vlak. Hoewel de door de Torah beschreven geschiedenis accuraat is, is dat niet het primaire doel van de Torah. De wetenschappelijke theorieën met betrekking tot het ontstaan van de verschillende soorten leven houden zich alleen bezig met de historische ontwikkeling van de soorten op deze planeet.
Context
De Torah begint met de eenheid van de Oneindige en beschrijft het proces van de schepping waarbij wordt verteld hoe de diversiteit is ontstaan. Het gaat vooruit in de tijd, van “boven” naar “beneden”.
De wetenschappelijke theorie over de oorsprong van het leven gaat uit van de huidige ervaringen en kennis van de diversiteit en extrapoleert (dit betekent zoiets als doorredeneren) naar een hypothetische oorsprong. Het gaat terug in de tijd, dus van “beneden”naar “boven”.
De Torah gaat er vanuit dat God de architect en schepper is van het heelal. De wetenschap is niet religieus en kent geen theorie over het begin van alles. Het geeft niet aan dat God bestaat maar ook niet dat Hij niet bestaat. Het begin van alles in de Torah begint met het superbewustzijn, de alwetende God. De evolutie begint volgens de wetenschap bij het ervaren en het rationele denken van de mens.
Even wat termen verklaren
Wetenschap
De evolutietheorie (ook wel micro-evolutie) van Darwin stelt dat als een soort zich aanpast aan een veranderende omgeving, gebruikmakend van het mechanisme van het toevallig muteren, natuurlijke selectie en het overleven van de sterkste, zijn vorm en eigenschappen muteren. Het is mogelijk dat op een bepaald moment een nieuwe soort ontstaat die zich kan reproduceren. Dit fenomeen is overigens nog nooit in de praktijk ontdekt. De evolutietheorie van Darwin beschrijft hoe veranderingen plaatsvinden bij een al bestaande soort, maar geeft niet aan hoe deze soort zelf heeft kunnen ontstaan. De algemene evolutietheorie (of macro-evolutie) van Darwin stelt dat de verschillende soorten allemaal eenzelfde oorsprong of voorouder hebben. Daarbij zijn simpele en complexe soorten ontstaan die ieder hun eigen weg zijn gegaan in hun ontwikkeling.
Torah
De Torah leert dat spirituele evolutie zich te allen tijde en in al zijn vormen ontwikkelt naar totale perfectie, zowel collectief als individueel. Of er nu voor het goede of voor het verkeerde wordt gekozen, vooruitgang is er echter altijd. Er is geen uitzondering. Deze vooruitgang is een evolutionair proces: wie we nu zijn is een ruwe vorm van wie we uiteindelijk zullen zijn. Er is altijd beweging en alleen vooruitgang, hoewel het wel eens lijkt alsof er achteruitgang is.
De fysieke evolutie uit de Torah, zoals deze beschreven staat in Genesis, presenteert een manier van creëren die op evolutie lijkt, waarbij iedere dag een nieuwer, kwalitatief hoger niveau, van leven wordt bereikt. Zowel wetenschap als de Torah beschrijven het niet onkenbare feit van evolutie. Het probleem ontstaat echter bij de vraag over de oorsprong van het leven op onze planeet en hoe de variëteit van de soorten, vooral de mens, is ontstaan.
Conflictpunten
1. Tijdsspanne
De evolutie stelt een tijdsspanne van 4,5 duizend miljoen jaar, en de leeftijdsbepaling van fossielen “bewijst” dat de aarde op zijn minst zo oud is. De Torah stelt dat de eerste Adam 5765 jaar geleden verscheen en leert dat het hele creatieve proces (voorafgaand en inclusief Adam) zeven “dagen” besloeg. We hebben het dan over 5765 jaar + 7 dagen.
2. Ouderdom
De evolutie leert dat iedere soort is ontstaan uit een voorafgaande soort en dat de diversiteit aan leven is ontstaan uit een gezamenlijke, enkelcellige voorouder. De Torah geeft aan dat de verschillende soorten los van elkaar zijn geschapen, dus zonder een gezamenlijke voorouder.
3. Mens en aap
Evolutie leert dat de mens is ontstaan uit een poel van genen van apen, door middel van hetzelfde proces van toevallige mutatie en natuurlijke selectie waaruit alle voorafgaande levensvormen voortkwamen. De Torah leert dat Adam door God is geformeerd en wel zodanig dat de mens een uniek wezen is en apart van alle andere creaties is geschapen.
4. Toeval
Evolutie leert dat de verschillende soorten ontstonden uit een toevallig proces waarbij ieder niveau van ontwikkeling bij toeval ontstond. De Torah leert dat al het leven zeer precies door God is ontworpen; niets bestaat zonder dat God het wil.
Hoe de Joden Genesis verstaan
Om de evolutietheorie van Darwin te kunnen vergelijken met Genesis zullen we eerst moeten begrijpen hoe het Judaïsme de betreffende Bijbelteksten interpreteert. Dit is overigens niet iets wat algemeen bekend is.
De traditie leert dat het hele hoofdstuk over de schepping inderdaad fysiek heeft plaatsgehad, maar wel op een heel ander niveau dan onze perceptie van wat fysiek is. Pas nadat Adam en Eva van de Boom-van-Goed-en-Kwaad hadden gegeten, ontstond de realiteit zoals we die nu kennen, er heeft dan ook vanaf dat moment een enorme verandering plaatsgevonden.
Goed en kwaad bestonden in Eden, maar deze liepen niet door elkaar. Nu zijn ze echter gemixt. In onze wereld is er geen goed zonder kwaad en geen kwaad zonder goed, maar zo is het niet altijd geweest. Adam en Eva waren pure, heilige schepselen zonder ook maar een spoortje van onzuiverheid. Hun enige doel was om God te dienen. Het kwade bestond echter ook in Eden, verpersoonlijkt in de slang, dus een creatie buiten Adam en Eva, dus niet in of vanuit hun binnenste of hun innerlijk.
Doordat ze aten van de Boom-van-Goed-en-Kwaad, werden goed en kwaad gemixt, ook in hun binnenste, in hun diepste wezen. Vanaf dat moment had alles wat goed was ook minimaal een spoortje kwaad en andersom.
Wat houdt dit in? Het kwaad in het Judaïsme is de illusie van het gescheiden zijn en onafhankelijk zijn van God. Het woord “illusie” is hier erg belangrijk. Niets kan daadwerkelijk gescheiden zijn van God, want God is EEN (1). De mate waarin iets zich voordoet als iets dat over zichzelf kan beschikken is gelijk aan de mate van het kwaad waarin het zich bevind. De mate waarin iets de waarheid van God bevat is gelijk aan de mate of kwaliteit van heiligheid waarin het zich bevind.
Het kwaad drukt zich verschillend uit in het fysieke, emotionele of spirituele vlak. Men heeft spirituele ogen nodig om achter het oppervlak of “lichaam” van de dingen te kijken, om daarachter de eenheid te ontdekken die onze realiteit samenbindt. Onze natuurlijke ogen zien een enorme hoeveelheid verschillende dingen, welke onafhankelijk van elkaar lijken te zijn. Onze fysieke wereld, dus zoals we die nu kennen, is het product van het eten van de Boom-van-Goed-en-Kwaad door Adam en het daardoor gemixt zijn van het goed en het kwaad. In deze betekenis is er geen overeenkomst tussen de fysieke realiteit van Eden en de zeven dagen van Genesis.
De relativiteit van tijd
Het verschil tussen dag en nacht (zoals we het nu kennen) ontstond pas na de eerste Sabbat.
Gedurende de zeven scheppingsdagen bestonden dag en nacht naast elkaar (Gen 1:4). De letterlijke betekenis hiervan is dat het aangeeft dat het van een totaal andere orde was in Eden en dus niet te vergelijken is met hoe we het nu kennen.
Einstein toonde aan dat tijd relatief is en kan uitrekken en krimpen, afhankelijk van de snelheid en de eigenschappen van de directe omgeving. Je moet echter bijna zo snel als het licht gaan om dit te kunnen constateren. Van tijd kun je zeggen dat het zich constant “voortbeweegt”. De stabiliteit van tijd is een zondanige hoeksteen van onze ervaringen dat het moeilijk wordt om ons in te denken dat tijd elastisch is. Maar er is echter een analogie, ons begrip van tijd is echter ook relatief. Als je veel beleefd lijkt de tijd sneller te gaan dan als er niets gebeurt.
De eerste zeven dagen verliepen dan ook met een totaal ander tijdssysteem. De Torah bedoelt dat God zes dagen had gemaakt, het ging minder om wat er gebeurde op deze dagen.
Herinner je dat alles gebeurde buiten onze driedimensionale, aardgebonden, post Edense realiteit, in een betekenis van tijd die de onze te boven gaat. Pas nadat Adam had gegeten van de Boom-van-Kennis kwam alles in de ons bekende vorm. In de Bijbelse volgorde gebeurde deze “val” tussen de avond van de eerste Sabbat en het einde daarvan. De materiële wereld, zoals we die nu kennen, ontstond toen en de totale tijdsschaal van de fysieke evolutie past dan in de zeven dagen van de gebeurtenissen in Genesis.
Een belangrijk moment in de tijd is de verschijning van Adam als een fysiek wezen. Vanaf dat moment is 5765 jaar verstreken. Maar wie en wat is Adam? De term is synoniem met Homo sapien. In de Bijbel verwijst de betekenis van Adam naar een creatie die de capaciteit heeft om te begrijpen wat het betekent dat God EEN (1) is. Op het moment waarop Adam en Eva terecht kwamen in de post Edense realiteit (uit Eden gezet) eindigt de “val” en begint de Joodse jaartelling.
Vanaf dat moment komen de tijdsberekeningen van wetenschap en Torah samen.
Super strings, een nieuwe theorie
Darwin gaf toe dat zijn theorie gebrek aan bewijs had. Hij verwachtte echter dat in de jaren na het lanceren van zijn theorie de bewijzen gevonden zouden worden. Dat is echter nog steeds niet gebeurd. Er zijn nog steeds geen fossielen gevonden die zouden bewijzen dat er tussenvormen van levensvormen hebben bestaan. Evolutie is daarom dan ook nog steeds een theorie, maar dan wel in een crisis. Steeds meer wetenschappers, gelovig en niet gelovig, wijzen deze theorie dan ook af. Omdat er echter nog geen alternatief is houdt me zich nog steeds klampachtig vast aan de evolutietheorie van Darwin.
Op dit moment, eigenlijk al sinds de jaren ’80, is er een nieuwe theorie in ontwikkeling, de zogenaamde String Theorie (*2), een wiskundige beschrijving van het heelal. Deze theorie wordt steeds meer omarmt door wetenschappers. Hiermee, zo is de verwachting, kunnen alle wetten van de fysica in een enkele formule worden gevat vanwaaruit alle natuurwetten kunnen worden afgeleid.
De String Theorie leert dat het heelal oorspronkelijk uit 10 (of 26) dimensies bestond, zes daarvan zijn echter in elkaar geklapt in een zogenaamde subatomische tijdknoop, ofwel zo klein dat deze zes in elkaar geklapte dimensies er niet of nauwelijks meer toe doen. De overblijvende vier dimensies zijn de dimensies die wij kennen: lengte, breedte, hoogte en tijd. Met deze vier dimensies leken alle factoren van de wetenschap en het dagelijkse leven uitgelegd te kunnen worden. Dat lijkt nu echter niet meer zo te zijn. De wiskundige String Theorie werkt alleen als het heelal wordt voorgesteld met tien dimensies, hoewel er dus zes in elkaar zijn geklapt en minimale invloed op ons bestaan hebben.
God sprak 10 zinnen in zeven dagen (10 keer “God zei …”) waarmee alles werd geschapen.
Stephen Hawkins (*3) is een topgeleerde op dit gebied. In zijn boek “Het heelal” komt ook de String Theorie aan de orde. Hij weet dat in dat boek, ook voor niet ingewijden, redelijk duidelijk te maken. Ik vond het in ieder geval enorm interessant om te lezen.
Ik ben dan ook erg benieuwd of en hoe deze theorie zich verder zal ontwikkelen en in welke mate deze theorie in staat zal zijn iets meer van de schepping van het leven te kunnen ontrafelen en daarmee nog meer van het wonderlijke van de schepping door God aan zal kunnen tonen.
In ieder geval wordt het tijd om de evolutietheorie van Darwin eindelijk eens failliet te verklaren en te vervangen door een betere.
Graag wil ik eindigen met een uitspraak van Stephen Hawkins: “Al zouden we het ontstaan van alle dingen weten en begrijpen, dan nog zouden we niet weten waarom alles ontstaan is”.
Noten:
(*1) De Bijbel (van biblia=boeken), van de Joden, de Tenach, kwam tot stand gedurende een lange periode en kent een grote verscheidenheid in literaire vorm (geschiedschrijving, lofzang, spreuken).
De Torah (de “Wet”) bevat de vijf oudste boeken (Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium), waarvan de oudste gedeelten nog op Mozes terug gaan. Van later datum zijn de boeken van de Profeten en de Psalmen.
De historische commentaren op de Joodse bijbel zijn verzameld in de Talmud. Het Oude Testament van de christenen komt grotendeels overeen met het heilige boek van de joden, de Tenach. De eerste vijf boeken daarvan noemt men de Torah. De Torah zegt de mensen hoe ze moeten leven. Op alle feesten wordt uit de Torah voorgelezen.
Midrash betekent zoiets als de verbeeldende interpretatie van de schrift. Het woord komt van het Hebreeuwse woord “darash” dat zoiets betekent als “zoeken naar”. Midrash gaat over het zoeken in Bijbelteksten naar betekenis voor onszelf.
Er zijn overigens twee soorten Midrash. Voor een uitleg (in het Engels) zie: http://www.kolel.org/tastytreats/mod3.1.html
(*2) De String Theorie is een poging om voor het creëren van een “Theorie voor alles” , een heorie die elektromagnetisme, de sterke nucleaire en zwaartekrachten met elkaar verbindt. De basis van de theorie is dat alles wat bestaat uit “draden” (strings) bestaat. Deze “draden” zijn de kleinste eenheden die er bestaan, hebben een lengte van 10-33 cm en hebben geen breedte of hoogte. Een probleem met de String Theorie is dat het alleen werkt met 10 of 26 dimensies. Als we uitgaan van 10 dimensies, waar zijn de ander zes dan? In het dagelijkse leven kennen we er slechts vier. Het lijkt mogelijk te zijn (aangegeven door de Kaluza-Klein Theorie) dat dimensies zijn opgerold (of “ingeklapt”) tot zeer kleine bolletjes (10-31 cm) die we natuurlijk niet kunnen waarnemen. Deze dimensies schijnen vlak na de Big Bang te zijn “ingeklapt”.
Een, relatief, eenvoudige uitleg van de String Theorie (in het Engels): http://entertainment.vsnl.com/sam007/strings.html
(*3) Hawkins, Stephen (1947), Brits sterrenkundige; stelde theorie op over de structuur van het heelal en de zwarte gaten.
©Marcel Koster voor FAQ-online 2005