De eeuwigheidswaarde van Jeruzalem

Geschreven door Dayan mr. drs. R. Evers

Jeruzalem hedendaags

“De Tempel is niet meer in ons midden. Toch staat de Tempel te Jeruzalem centraal in ons denken. Wanneer wij aan het einde van de dienst op Jom Kippoer en na afloop van de Seider op Pesach “Lesjana haBa bieRoesjalajim” – volgend jaar in Jeruzalem – zingen, komt hierin onze positieve toekomstverwachting tot uiting. Onze hoop op het tijdperk van de Masjie’ach en de herbouw van de Tempel zijn nauw met elkaar verbonden.

De stad van vrede

De oorspronkelijke naam van Jeruzalem was ‘Sjaleem’ van de stam ‘sjalom’ – vrede. Begripsmatig staat Jeruzalem voor vrede (vgl. Psalm 122:6). De Zohar (3:90b) verklaart dat dit niet alleen ziet op de fysieke wereld. Jeruzalem staat ook voor vrede in de wereld van de geest. Dit betekent, dat alle verschillende geestelijke concepten hier samenkomen en in harmonie kunnen opereren. G’d schiep een oneindige hoeveelheid geestelijke werelden voordat hij ons lichamelijk universum creëerde. Dit eindstation vormt in zekere zin ook het doel van de hele Schepping. Alle hogere spirituele werelden zouden pas in harmonie kunnen functioneren door binding aan onze lichamelijke wereld, waarvan de Ewen Sjetija, de funderingssteen, de uitvalsbasis vormt van het lichamelijke heelal. Van hier uit dijdde het fysieke universum uit.

Een aanduiding van dit laatste vinden we in het eerste woord van de Tora ‘Bereesjiet’ – In den beginne, hetgeen ook gelezen kan worden als ‘Bara-sjiet’ – G’d schiep de funderingssteen.

Uit deze plaats werd ook de eerste mens geschapen. G’d verklaarde “Laat Ons een mens maken naar Ons beeld” (Genesis 1:26). G’d riep alle geestelijke krachten op te participeren in de creatie van Adam, het einddoel van alle scheppingen. G’d schiep Adam van de funderingssteen omdat hier alle spirituele krachten geconcentreerd waren.

Vereniging van hoger en lager

een van de smalle straatjes in Oud Jeruzalem

Onze Wijzen vertellen ons, dat Adam geschapen werd met aarde van de plaats van het Altaar uit de Tempel, de plaats van zijn verzoening. Ook hierin bespeuren we dezelfde gedachte. Offers, gebracht op dit Altaar, zouden uiteindelijk verzoening schenken voor ’s mensens tekortkomingen. Het idee van zonde is scheiding in geestelijke zin.

Onze onbezoedelde psychische eenheid wordt verstoord door zonde. Ook in de intermenselijke sfeer ontstaat verwijdering door zonden. De mens wordt afgezonderd van het G’ddelijke in de Schepping. Een offer herstelt de verbroken eenheid met G’d en de mens zelf weer.

Het Hebreeuwse woord voor offer is ‘korban’ van de stam ‘KaRaV’ dat naderbij komen betekent en niet vernietiging. Offer en verzoening zijn in eerste instantie eigenlijk alleen mogelijk in de buurt van de Ewen Sjetija, de funderingssteen, waar alle onlichamelijke krachten, hogere en lagere werelden, verenigd zijn. De hele Tempeldienst was in feite gericht op het versterken van de onderlinge band tussen alle hogere en lagere krachten.

Op de funderingssteen stond de Heilige Arke, waarin de Stenen Tafelen met de Tien Geboden en de oorspronkelijke Torarol van Mosje Rabbenoe lagen. Deze samenloop van het beginpunt van de fysieke schepping en de Tora is niet toevallig.

Beide bevonden zich op dezelfde plaats om te benadrukken, dat de fysieke Schepping in stand wordt gehouden door het verbond van de Tora: “Ware het niet voor Mijn verbond dag en nacht, dan had ik de verordeningen van Hemel en aarde niet vastgesteld” (Jeremia 33:25).

Kotel

Heel de Schepping draait om dit Tora-verbond. Dat wat eens het Allerheiligste heette, vormt het ontmoetingspunt van Hemelse en aardse krachten. Daarom heet het de ‘Poort van de Hemel’. Vanuit deze plaats ontspruit profetie, door dit punt gaan alle gebeden naar Boven (Kohelet Rabba 2:7).

Toen Jakob droomde van de ladder, lag hij op deze plaats: “een ladder stond op aarde maar het uiteinde reikte tot in de Hemel” (Bereesjiet 28:12). Een ladder met sporten vormt een eenheid in verdeeldheid. De sporten staan in principe los van elkaar, maar worden tot één eenheid in de ladder. Het vormt het symbool van de funderingssteen, waar Jakob op sliep: een punt waaraan alle spirituele krachten geassocieerd zijn.

Interactie

Verbinding betekent interactie. G’d verbond zich op de één of andere wijze met de aardse Tempel en de funderingssteen waardoor ook contact mogelijk werd met al die geestelijke krachten, die daar geconcentreerd zijn. Onze Wijzen verklaren, dat G’d het Hemelse Jeruzalem pas betreden zal nadat Hij eerst het aardse Jeruzalem bezocht heeft (B.T. Ta’aniet 5a).

Hierin ligt dezelfde gedachte verwoord als in Jakobs droom, waarin G’d zelf bovenaan de ladder verscheen. Het is het idee van verbinding en vereniging van alle werelden van de hoogste tot en met de laagste, met G’d, waarin het aardse centraal staat.

Het hele doel van de Tempeldienst was het versterken van de band tussen G’d en de hogere geestelijke werelden, die op hun beurt de G’ddelijke uitstraling doorsluizen naar onze materiële wereld, waardoor zelfs dit duistere, G’dverbergende heelal op een hoger plan gebracht zou worden.

Soekka/Loofhut bij de Kotel

Op het Loofhuttenfeest werden in de Tempel zeventig offers gebracht voor de zeventig archetypen volkeren waardoor de Beschermengelen van alle volkeren verheven werden, hetgeen deze volkeren ook zelf weer tot een hoger spiritueel niveau verhief.

De Tempel was niet alleen voor het joodse volk van belang. De hele Schepping onderging de verheffende invloed ervan. Sinds de verwoesting van de Tempel heeft de wereld in veel opzichten aan spiritualiteit ingeboet.

Nog steeds bidden wij in de richting van Jeruzalem. Al onze gebeden zijn gericht op het Allerheiligste, dat op de Ewen Sjetija stond. In onze gebeden richten wij ons niet op enige Engel of bemiddelaar, alleen op G’d Zelf. Onze gebeden zijn echter inhoudelijk gericht op herstel van de band tussen de verschillende spirituele krachten en werelden, zodat G’ds licht op hen kan schijnen.

Wij richten ons hierbij op de plaats waar eens de Heilige Arke stond omdat hier door G’d een connectie werd gelegd tussen het eindige en het Oneindige. Dit heeft universele betekenis. Vandaar, dat in de tijd van de Masjie’ach Jeruzalem weer een internationale stad zal zijn.