De kunst van het zegenen

Bron: Noahide Nations

Geschreven door Rabbi David Katz en  vertaald door redactie.

Shem is de oprichter van de Nieuwe Wereld en Abraham is zijn afstammeling die Shem’s hoop realiseert. Shem had verwacht dat de wereld aan Abraham zal geven, als een opvolger voor zijn missie: De Thora te verspreiden. Deze Thora gedeelte laat de hoogtepunten van hun ontmoeting zien.In de pasasjat Lech Lecha maken we kennis met twee rechtvaardigen op hoog niveau: Shem  en Abraham. Shem is synoniem als Malki Tzedek en als Melech Shalem/ koning Salem. De naam Melech Shalem  verwijst naar de spelling van Shem’s naam שם /Shem en bevat de Hebreeuwse letters “shin” en “mem”. Melech begint met de Hebreeuwse letters “mem” en Shalem begint met de Hebreeuwse letters “shin”.

De vloed was voorbij, de toren van Babel en de grote Verspreiding was over. Shem en Abraham ontmoeten elkaar direct na de oorlog van Abraham met de vier koningen om zo Lot  redden. Het was deze ontmoeting tussen Abraham en Shem dat Shem’s wereld zou verweven met die van Abraham.

Shems Priesterschap.

Shem droeg het gewicht van het oude priesterschap op zijn schouders en  hij verlangde dit over te dragen aan Abraham en de natie van priesters  die uiteindelijk voortkwam  uit Abraham.  Het was tijdens de ontmoeting (Genesis 14:18) waar de overdracht plaats vond en dat Abraham het priesterschap overnam van Shem.

Sommige beweerde dat Shem op de een of andere manier het priesterschap verloor als gevolg van de zonde door Abraham te zegenen voordat Hasjem werd erkent.  Maar moeten we de Thora zo bekijken?  Ging het hier niet om een uitwisseling dat dieper ging waardoor Abraham recht kreeg op het priesterschap en dat Abraham die door Shem kreeg aangeboden in plaats van het priesterschap te verkrijgen door geweld? De Joodse tekst suggereert dat Shem uiteindelijk handelde volgens de traditie wanneer men een rechtvaardige groet die mensen terug brengt onder de vleugels van de G’ddelijke Aanwezigheid: de Shechinah. Zo wat was de uitwisseling in dit opzicht? Zij leren ons de methode van het geven van zegeningen door middel van goed gedrag, want door Shem’s  zegening verkrijgt Abraham het recht op priesterschap.

Derech Eretz

Elke dag ontvangen en geven mensen zegeningen. Laten we kijken naar een goed patroon van het geven van zegeningen met daarin een “Derech Eretz” een goed gedrag.  Derech Eretz of goed gedrag wordt verondersteld een deel van de Mondelinge leer/ Thora dat ook Bne Noach omvat.

Als iemand zegent, “Abraham moge u succesvol zijn in alles wat u doet!” Dan is een goede respons hierop, “Ken Lemar!” Ja! U ook! ( Ken LeMar betekent, “zo u ook”; Ken= zo, LeMar= U ook)

Dus de zegening wordt dan teruggegeven aan de persoon die de zegening geeft, dit is Derech Eretz of het geven van zegeningen. Dit is wat Shem Abraham leerde en dit is de Grootheid van het Karakter van Shem en de Thora. Laten we kijken naar wat de tekst zegt en hoe de uitwisseling plaats vindt.

Wat kunnen we op maken uit de ontmoeting van Shem en Abraham?

En Malki-Tsedek, koning van Shalem liet brood en wijn naar buiten brengen en als priester van de Allerhoogste God zegende hij en zei: ‘Gezegend is Awram door God de Allerhoogste, de bezitter van hemel en aarde.  En gezegend is G’d de Allerhoogste, die uw vijanden in uw macht heeft gegeven.’ Hij-Awram – gaf hem een tiende van alles. “ –Genesis 14:18-20. (Dasberg vertaling)

En hij zei: “Gezegend is Awram door God de Allerhoogste, de bezitter van hemel en aarde.”  Hierboven vermelde we dat sommige beweerde dat Shem werd gestraft voor de zegening van Abraham voordat G’d werd erkent. De oplossing voor dit probleem is om de taal in Torah  te verduidelijken. De tekst van de Torah begint met te vertellen wie Malki Tsedek is: hij is … “de koning van Shalem … en hij is priester van de Allerhoogste G’d. “

Het kritiek op Shem komt direct na de volgende verklaring:  “en hij zegende hem, en zei…” Wie zegent  wie en wie zegt wat? Laat we de vragen beantwoorden. Als je er van uit gaat dat “hij” in “En hij zegende hem” verwijst naar Shem en “hem” verwijst naar Abraham dan is het duidelijk dat Shem  Abraham zegent voordat hij G’d zegent en dat zou een vergissing zijn.

Ik zou willen voorstellen dat “hij” verwijst naar Abraham en “hem” verwijst naar Shem. Zo in plaats van “en hij zegende hem en hij zei” te lezen als “en Abraham zegende Shem en Shem zei.”  Dit verandert compleet de betekenis van de volgende tekst van Shem: “Gezegend is Awram door G’d de Allerhoogste…”

Zegent Shem Abraham als eerste? Derech Eretz! Shem zei simpelweg, “Ken LeMar Abraham!”( Ja! Jij ook!)—Ken Lemar, “en hij zei gezegend is Abraham..”  Shem had de zegening van Abraham beantwoord met goed gedrag en direct vervolgt met: “En gezegend is G’d..”

“En gezegend is God de Allerhoogste, die uw vijanden in uw macht heeft gegeven” –Shem heeft wellicht “Ken LeMar” gezegd tegen Abraham, als een derech eretz, maar de Torah en boodschap naar Abraham was, “vergeet niet Hasjem Abraham!”  Dus het was Abraham die zegeningen gaf aan Shem voordat hij G’d zegende en Shem werd in het zelfde staat van morele verplichting geplaatst van “Ken Lemar”, het retourneren van de zegen.

Abrahams Priesterschap

“En hij gaf hem de tiende” –Abraham gaf Shem prompt de tiende toen hij de onderwijzing van de Torah van Shem begreep.  Op dat moment was Abraham geschikt om het priesterschap over te nemen van Shem. Shem zondigde niet en hij verloor ook niet het priesterschap in deze uitwisseling.  Wat er gebeurde was dat Abraham het verdiende om te nemen wat Shem hem had aangeboden op dat moment. Abraham kon nu het priesterschap aannemen en hier begint zijn reis van de stamvader het  volk van priesters.  Een reis mogelijk gemaakt door de onderwijzing, invloed en zegeningen van Shem HaGadol, de Grote Shem, zoals beschreven staat in de Thora.

Shem boodschap

Shem leert ons een eeuwigdurende boodschap en de Thora, dat wil zeggen: zegent G’d. Iemand moet niet de derech eretz uit het oog verliezen. Echter derech eretz moet niet worden losgekoppeld  van de Thora zeker niet als het om Hasjem gaat!

Dus Abraham had Shem gezegend, waarin Abraham niet alleen de Thora leert maar waarin hij ook het priesterschap verdient. We hebben ook het voornaamste fundament van de Thora van Malki Tsedek – Shem, hij die priester is van de Allerhoogste G’d  geleerd: Wij moet ten eerste en ten alle tijden eerst Hasjem zegenen.

Abraham was zo blij om Shem te zegenen na zijn overwinning van de oorlog van de vier koningen, dat hij Shem zegende voordat hij G’d zegende. De rechtvaardige Shem zegt: “Ken LeMar”- Jij Abraham moet ook gezegend worden”, “Maar herinner Hasjem is ook gezegend! Gezegend is Hasjem de Allerhoogste, die uw vijanden in uw macht heeft gegeven! “ Abraham begreep onmiddellijk de Thora van Shem en verdiende het om priester te worden van Shem en uiteindelijk was hij in staat om de stamhouder te worden van het koninkrijk van de priesters dankzij de Thora en de traditie van Shem.

Conclusie

Abraham leerde de ultieme Thora van Shem en hun uitwisseling leert ons, zelfs vandaag de dag nog, hoe je een derech eretz geeft die naadloos verweven is met de Thora en een les die volgens de wijzen onlosmakelijk met elkaar verbonden is. Het zal geen verrassing zijn dat Abraham en Shem zelf onafscheidelijk waren!

Abraham noemde plaats van deze ontmoeting Yirah (om te zien of (ver)eren).

Shem noemde dezelfde plaats Shalem (compleet of vrede)

Samen vormde zij een eeuwige stad Jeruzalem! ( uit de samentrekking van Yerah en Shalem) Een stad van (ver)eren en vrede! Yerushalayim/Jeruzalem. Een plaats waar priesters G’d dienen en een plaats van de heilige Tempel. Een plaats om te bidden en waar bne Noach en Joden in harmonie samen kunnen bestaan.