Het leven van Mosje ben Nachmanides (RaMBaN)

Het grote dispuut tussen RaMBaN en Pablo Christiani

Toen de RaMBaN op leeftijd raakte, werd RaMBaN in 1623 gedwongen om in het bij zijn van koning James I van Aragon een dispuut aan te gaan met een Joodse christen. Deze afvallige Jood die katholiek werd – Pablo Christiani – daagde de Joden uit voor een religieuze discussie. Hij zette koning aan om deze vermaarde Rabbi van Gerona voor deze openbare discussie in Barcelona te dagvaarden.  De onderwerpen van dit debat zou zijn:

  1. Is de messias al gekomen?
  2. Moest de messias, die door de Profeten aankondigt werd, goddelijk of een mens uit menselijke ouders beschouwd moest worden?
  3. Is het Jodendom of het Christendom het ware geloof?

Met tegenzin reisde RaMBaN af naar het hof van de koning in Barcelona. RaMBaN verklaarde dat hij alleen aan het debat zou deelnemen, mits hij toestemming kreeg voor een volledige vrijheid van spraak. De koning verleende hem dit. Toen, voor een  groot publiek, begon het debat tussen Christiani en zijn Dominicaanse collega’s aan de ene kant en de eerbiedwaardige Rabbi van Gerona als hoofd van de Joodse vertegenwoordigers aan de andere kant.
Met gemak weerlegde RaMBaN alle argumenten van Pablo Christiani en bewees op een effectieve manier dat de Joden het recht hadden om hun eigen geloof te behouden. RaMBaN demonstreerde talrijke Bijbelse en Talmoedische bronnen dat het traditionele Jodendom het tegendeel van  de hypothese van Christiani bewees. Ook bewees hij dat de tegenwerpingen van Christiani gebaseerd waren op een christelijke misvatting op Joodse Geschriften, met name op gebied van de messias.

RaMBaN ging door met het aantonen dat de Bijbelse profeten wezen op het feit dat de toekomstige messias een mens van vlees en bloed zal zijn en geen goddelijke wezen zoals de christenen in hun denkbeeld over de messias hebben. Hij gaf aan dat de beloften van de profeten voor een wereldwijde regering van vrede en rechtvaardigheid nog niet is vervuld. In tegendeel, sinds de verschijning van J., de christelijke messias, is de wereld vol van geweld en onrechtvaardigheid. “[… het meeste vreemde van alles is dat…] de Schepper van Hemel en aarde een toevlucht genomen zou hebben in een baarmoeder van een zekere Joodse dame, waar daar voor negen maanden een kind groeide, die  als zuigeling werd  geboren en nadien opgroeide om in de handen van zijn vijanden verraden te worden, die hem vervolgens veroordeelden tot de doodstraf en deze ook uitvoerden en dat nadien hij weer tot leven kwam, weer terugkeerde naar zijn oorspronkelijke plaats. De gedachte van een Jood, of wie dan ook, kan deze gedachtegang niet dulden. Uw hele leven hebt u naar de priesters geluisterd die uw brein  en het merg van uw botten  met deze doctrine hebben gevuld, die uit gebruikelijke gewoonte in u gevestigd is. [Ik zou dit debatteren wanneer je deze ideeën als volwassen voor de eerste keer zou horen], u zou het nooit aannemen.”
Hij merkte op de dat vragen over de Masjiach voor Joden veel minder van belang zijn dan voor christenen. De reden voor deze stoutmoedige verklaring van RaMBaN, is dat het voor de Joden veel verdienstelijker is om onder een christelijke overheerser volgens Tora te leven, terwijl zij in ballingschap leven en lijden aan vernedering en misbruik, dán onder de regel van de Masjiach, wanneer een ieder noodgedwongen in overeenstemming met de Wet zou handelen.

Deze openbare aanvechting duurde vier dagen en uiteindelijk was de briljante defensie van RaMBaN te overweldigend voor zijn tegenstanders. Uit voorzorg maakte zij een einde aan dit grote, lange, openbare debat. De koning was zo diep onder de indruk van de wijsheid en de welsprekendheid van RaMBaN, dat hij de volgende Sjabbat hem in de synagoge bezocht. Bij een publieke afscheid waar de koning RaMBaN uitnodigde, prees de koning hem, en gaf hem een kostbaar kado als teken van eerbied en bewondering.

Echter, de Dominicanen – vijanden van Israël – beweerden dat zij de overwinning in deze discussie hadden behaald en verspreidden kwaadaardige propaganda in Spanje rond. Verontwaardigd publiceerde RaMBaN de ware resultaat van de discussie en liet deze door de koning zelf bevestigen, maar dat mocht niet baten. Ondanks hij van de koning toestemming had om zijn eigen aandeel van de discussie te mogen publiceren, kregen invloedrijke Dominicanen toch de kans RaMBaN voor het gerecht te slepen en uiteindelijk hem op grond van godslaster op zijn 72 jarige leeftijd te verbannen, nadat hij eerst nog 3 jaar in Castille (Zuid Frankrijk) heeft gewoond.