Het leven van Ovadja ben Ja’aqov Sforno (Rav Sforno)

Verdere levensloop

Amper 20 jaar verliet Rav Sforno zijn ouderlijk huis om in Rome medicijnen te studeren. Hij wilde van zijn kennis van Tora niet als levensonderhoud gebruiken, omdat Tora niet om het behalen van winst gegeven is. In plaats daarvan ging hij net als RaMBaM en andere grote Torageleerden zijn geld verdienen als  arts.

Al snel was het voor de Roomse Joodse gemeenschap duidelijk dat zij met een grote te doen hadden. Hij werd binnen een korte tijd met egard en respect behandeld. De problemen die de Italiaanse Joden bezighielden werden bij hem neergelegd. Over deze problemen gaf hij adviezen. Andere grote geleerden veranderden door Rav Sforno’s enorme inzicht weer van mening. Hierdoor kreeg Rav Sforno een beslissende hand in het Italiaanse Joodse leven.
Ook bij niet-Joden was Rav Sforno een respectabele man, waardoor zijn faam al snel onder de niet-Joden verspreid werd. Ook een groot aantal niet-Joodse leerlingen schaarden om hem heen. Zelfs de christelijke geleerde en privé arts van de paus, Samuël Zarfati introduceerde hem bij grote mensen waar hij respect en erkenning van ontving.

Joahnnes Reuchlin was een beroemde niet-Joodse geleerde die begaafd was in klassieke talen, waaronder ook het Hebreeuws. Hij had met name interesse in de Bijbel en wilde de Bijbel – in plaats van de vertalingen – graag in originele teksten lezen. Met hulp van MiCHLoL (Rabbi Dawied Kimchi) en Rabbi Elijah Levita leerde hij het basis Hebreeuws. Toch vond hij dat hij over te weinig kennis van Hebreeuws beschikte, omdat de Bijbel in moeilijker Hebreeuws geschreven is. Hij wendde zich tot de Katholieke geleerde kardinaal Grimani, de meest vooraanstaande geleerde van het Vaticaan. Grimani verwees hem vervolgens door naar Rav Sforno. Van 1498 tot en met 1500 zat hij als een beroemde christelijke geleerde ‘aan de voeten’ van een jonge Joodse rabbijn het Hebreeuws te bestuderen.
Deze christelijke geleerde werd uiteindelijk in deze vreselijke tijden een ware hulp en vriend van de Europese Joden. Dankzij Reuchlins vriendschappelijke houding werd een ernstige tragedie voorkomen toen de vijand probeerde Joodse boeken, voornamelijk de Talmoed, probeerden te verbranden. Omdat Reuchlin bij zijn achterban bekend stond als een grote kenner van het Hebreeuws, werd hij rechter. Hij moest bepalen of de Talmoed nu wel of niet schadelijk was. Zijn gunstige beslissing voorkwam voor het Duitse Jodendom het vreselijke lot die het Franse Jodendom tweehonderd jaar ervoor overkwam: het verbanden en verbieden van de Talmoed. Rav Sforno raakte ook bevriend met andere voorname bewoners en bezoekers van Rome, waaronder de toekomstige koning van Frankrijk: koning Henry II. Zij ontwikkelden onderling een langdurige vriendschap en onderling filosofeerden zij per post.

In 1525 verlaat Rav Sforno Rome en ging op reis. Hij onderhield zichzelf dus als arts aan diverse Koninklijke hoven. Ondertussen wilde hij kennis van diverse Joodse gemeenschappen in andere landen op doen. Per brief hield hij contact met zijn broer Rabbenoe Chananel, die in Bologna woonde en Talmoed studeerde. Ondanks dat reizen in die dagen moeizaam ging, genoot Rav Sforno overduidelijk van zijn reizen, omdat het zijn horizon verbreedde en hij deed levenservaring op. Naast dat hij door geleerden en vooraanstaande op handen werd gedragen, bleef Rav Sforno altijd uiterst vroom en bescheiden.

Toen Rav Sforno ouder werd, opende hij in Bologna zijn eigen jesjive om daar aan een aantal leerlingen tot in zijn laatste dagen Toralessen te geven. Hij is 75 geworden en is in 1550 tijdens zijn dood toegevoegd aan de legendarische Geleerden zoals RaMBaN, RaMBaM, Rasji, Ibn Ezra, etc.